zondag 30 oktober 2011
Wat een leuk buurtje !!
Vanmorgen, zondagmorgen dus, had ik vrij. Nou ja, ik heb natuurlijk drie weken ‘vrij’, maar vandaag had ik geen plannen en eerlijk gezegd kan ik ook geen kant op, omdat de metro (waar ik afhankelijk van ben) op zondag pas vanaf 15.00 uur rijdt. Verplicht huisarrest dus (lekker !!)
Dus ik besloot mijn buurtje eens te verkennen. De weg naar de metro ken ik nu wel, maar ik ben nu de andere kant eens op gegaan. En wat een verrassing, echt een heerlijk buurtje !
De mensen zijn superaardig, soms even een verlegen glimlach als ik ze begroet, het is duidelijk dat hier niet veel toeristen komen. De kinderen duiken eerst weg achter een gordijntje of boom, maar komen later (als blijkt dat ik niets engs in zins heb) schaterlachend tevoorschijn. Ik gooi regelmatig mijn drie geleerde Bengaalse woorden eruit (Tomar nam ki = hoe heet jij, Amar nam ki Willeke = ik heet Willeke) en deze doen het goed. Nog nooit in zo’n korte tijd zoveel vrienden gemaakt.
Als ik een foto wil maken, vraag ik het eerst en af en toe krijg ik een afwijzend antwoord, maar soms zijn ze zo trots op hun winkeltje of hun kinderen dat het niet bij één foto blijft. Een jongetje blijft op zijn fietsje een half uur naast me rijden. Als ik naar hem kijk of te dicht bij hem kom, sprint hij snel weg. Hij vindt het blijkbaar reuze interessant, maar is toch ook een beetje bang. Even later is hij ineens spoorloos verdwenen, het interessante is eraf … saaie vrouw die ik ben !
Engels praten ze hier niet, maar de mensen proberen wel met mij te praten. Ingewikkeld !! Even later komt er iemand op me af die 1,5 woord Engels kan. Hij legt me uit dat de vrouwen willen dat ik nog een keertje terug kom. Ik vraag hem te zeggen dat ik hier dichtbij verblijf en dat ik zeker nog een paar keer een rondje zal doen, omdat ik het hier zo leuk vind. De vrouwen beginnen allemaal te giechelen.
Nog een eindje verder zitten twee heren op een bankje en ze schuiven (flink) wat opzij, ik moet erbij komen zitten. Ze praten redelijk Engels. De ene is een soort makelaar of aannemer (heb ik nog niet kunnen ontcijferen, hij doet in ieder geval iets met huizen) en wat de ander deed begreep ik al helemaal niet, kan aan hun Engels liggen, maar mijn inbeeldingsvermogen wat betreft gebarentaal is ook niet zo super. Ze waren in ieder geval wel reuze aardig en wilde me gelijk meenemen naar het park hierachter. Ik heb met een smoes bedankt, om nou gelijk met twee wildvreemde mannen het park in te duiken, leek me niet zo’n strak plan.
Ze vertellen zich suf over India, beiden struikelen ze over hun woorden en naar gelang ze langer praten wordt het aandeel Bengali steeds groter, met andere woorden, inmiddels begrijp ik er helemaal niets meer van en knik ik maar als zij knikken en lach ik maar als zij lachen, en dat doen ze veel ! Uiteindelijk hebben ze de moed gevonden om te vragen hoe oud ik ben, mmm, dit is waarschijnlijk een van de laatste keren dat ik kan zeggen dat ik 39 jaar ben, nog een weekje … Beiden kijken ze me verschrikt aan en zeggen ze dat ze dat niet geloven, ze hadden me rond de 30 geschat. Ha ha !! Misschien was het een toneelstukje van ze, maar het deed me duidelijk goed, nog een week en ik ben 40 en ik word vandaag gewoon op 30 jaar geschat !! Heerlijk !! Uiteindelijk is hun conclusie dat dat moet komen door het goede voedsel in Europa, ik moet alleen wel een beetje meer gymmen van ze, want ze vonden me iets te dik ;-).
Uiteindelijk loop ik weer richting mijn hotelletje, wat ik natuurlijk niet meer terug kan vinden. Al die steegjes en kronkelige straatjes, ik dacht dat ik in de goede richting liep, maar blijkbaar niet dus. En alles lijkt ook zo op elkaar !!
Een klein kereltje komt lachend naar me toe, ik probeer hem te kietelen en hij giert het uit, hij is nog geen twee jaar, echt nog zo’n klein aapje, maar wat een heerlijk ventje. Ik had net twee kleine zakjes chips gekocht en een pakje koekjes. Hij probeert de chips uit mijn tas te graaien. Dat lijkt me niet zo’n goed idee en ik geef hem een koekje. Nou ja, jullie snappen het al, ik ging uiteindelijk dus zonder koekjes terug naar het hotel …
Dan vraag ik toch maar de weg, de meeste mensen kennen de naam van het hotel hier wel en al snel blijkt dat ik wel in de goede richting zat, alleen liep ik in een weg parallel aan ‘mijn’ straat. Ach ja, best goed gedaan dus, volgende keer beter.
Maar ik word steeds blijer met mijn nieuwe stekkie. Leuk hotelletje, goed bed en ook nog een superbuurt, heerlijk !!
Hier wat foto’s :
Sabuj, groen, omdat hij zo jong is ...
Vandaag heb ik Sabuj (spreek uit als Saboetsj) ontmoet, de jongste bewoner van Prabartak, het is een lieverd en door maar naar me te kijken heeft hij al een speciaal plekje in mijn hart veroverd.
Prabartak is een tehuis voor voornamelijk geestelijk gehandicapte jonge mensen. Het tehuis bestaat sinds 1986, toen kreeg de familie Gaungaly een stukje grond van de overheid toegewezen voor een thuis. In 1986 begonnen met 10 bewoners en alleen een begane grond, inmiddels (25 jaar later) zijn er een aantal verdiepingen bijgekomen en wonen er 51 mensen.
De gemiddelde leeftijd van de bewoners zal zo ongeveer 30 jaar zijn. En sinds februari dit jaar woont Sabuj er ook, hij is ongeveer 9 jaar.
Sabuj woonde ‘aan de overkant’ van de Hooghly, in het Howrah district. Verlaten door zijn ouders, verbleef hij in een kleine ruimte van 1,5 x 1,5 meter. Hij kwam daar nooit uit en werd gevoed door omstanders. Totdat een Indiase hulporganisatie hem vond en besloot dat dit zo niet langer door kon gaan. Ze gingen op zoek naar een tehuis voor deze jongen, die duidelijk geestelijke problemen had. Uiteindelijk kwamen ze bij Prabartak terecht en meneer Gaungaly nam de jongen op, met de bedoeling een ander tehuis voor hem te zoeken, zodat hij meer aansluiting kon vinden bij leeftijdsgenoten. Dit is uiteindelijk niet gelukt, maar hierover later meer.
Sabuj bleek autistisch te zijn en daarnaast ook nog ernstig epileptisch. Hij was verschrikkelijk bang en schrikachtig, niet verwonderlijk als je heel je leven in een kleine ruimte hebt gezeten. Hij kende het leven daarbuiten nauwelijks. Maar met de juiste medicijnen heeft hij inmiddels een grote sprong voorwaarts gemaakt. Hij lacht, is nieuwsgierig, zorgt op zijn eigen manier voor de oudere bewoners die geestelijk tot minder in staat zijn dan hij en als de muziek klinkt, danst hij alsof zijn leven ervan af hangt. Een leuk jong om te zien, hartverscheurend om zijn verhaal te horen.
Zijn naam is dus Sabuj en dat betekent ‘groen’ in Bengali. Deze naam kreeg hij pas, toen hij werd gevonden, zijn echte naam en leeftijd zijn onbekend. Als ik vraag waarom hij ‘groen’ heet, krijg ik als antwoord ‘omdat hij zo jong was, toen ze hem vonden’. Ze zeggen wel eens ‘never ask the why-question in India’, dit is er dus een.
Meneer Gaungaly heeft enorm zijn best gedaan om een passend tehuis voor hem te vinden. Dit is tot op heden mislukt, er bestaat wel opvang voor geestelijk gehandicapte kinderen, maar dit is vaak dagopvang en Sabuj heeft een ‘thuis’ nodig waar hij kan wonen, dus met dagopvang is hij niet geholpen. Daarnaast zijn er nog wel andere manieren van opvang, maar die kosten veel geld, wat er niet is. Vooralsnog verblijft hij dus in Prabartak, waar hij werkelijk door iedereen aanbeden wordt. Had hij de eerste jaren van zijn leven geen ouders om op terug te vallen, nu lijkt hij er 51 te hebben. Vooral de dames zijn helemaal gek van hem en kunnen hun moedergevoelens helemaal bij hem kwijt, erg leuk om te zien. Sabuj geniet hier dan ook zichtbaar van. Dus misschien is hij op dit moment ook wel beter af in Prabartak, zoveel liefde en aandacht als hier, krijgt hij nergens en het is op dit moment even alles wat hij nodig heeft.
De voorraad is weer aangevuld en plezier in Prabartak
de verkoper maakt een bonnetje voor me
Maar goed, de stand met de ‘kleurige hangers’ was er gelukkig wel, dus ik heb gelijk onze voorraad goed aan kunnen vullen. Ze werden wel helemaal gek van me, omdat alles nog in dozen zat ingepakt en ze dus als gekken moesten zoeken naar 5 of 10 dezelfde exemplaren. Maar dan moeten ze maar op tijd zijn, toch ? Ook gelijk nog wat andere leuke dingetjes gescoord, dus voor niets ging ik gelukkig niet. De grote tassen waren ook nog niet gearriveerd, dus met allemaal kleine propvolle tasjes liep ik naar buiten waar Khan niet wist waar hij kijken moest.
We waren ruim op tijd weer terug in Sudderstreet, waar Rosalie hongerig op me zat te wachten bij Blue Sky. Na de lunch vertrokken we met de taxi naar Prabartak, maar niet voordat Khan een slapende jongen uit de taxi gehaald had. Tja, misschien verhuurt hij zijn taxi inmiddels ook wel als hotel, als extra bijverdienste voor de nieuwe banden.
In Prabartak is iedereen altijd welkom en je wordt er altijd liefdevol ontvangen. Het lijkt er altijd wel feest. Zeker vandaag, toen we aankwamen zaten ze nog lekker te smikkelen en te smullen. Eens in de maand op een zaterdag krijgen ze een (non veg) maaltijd aangeboden van buiten. Deze wordt door een bevriende familie gebracht en dat is altijd feest. Toen ze klaar waren met eten, kwamen een paar bewoners op me af en vroegen me hun buik te voelen, zo vol zaten ze blijkbaar. Heerlijke mensen !
meneer Gaungaly (de directeur van Prabartak) praat ons bij over de bewoners
Er waren ook een aantal nieuwkomers, waaronder Sabuj, een jonge jongen van ongeveer 9jaar. Ik zal later (in een ander verhaaltje) wat meer over hem vertellen. Het is in ieder geval een heerlijk jong en hij vindt de lessen van Rosalie geweldig. Hij is misschien niet helemaal op zijn plaats tussen de oudere bewoners, maar hij geniet duidelijk van alle aandacht die hij hier krijgt.
Sabuj
De les was weer als vanouds, er werd veel gelachen, druk geknutseld en als afsluiter heerlijk gedanst. De vrolijkheid hier werkt altijd aanstekelijk, het is fijn om hier op bezoek te zijn.
Op de terugweg gaan we nog een keer langs de Fair Trade Fair, kijken of de rest inmiddels ook gearriveerd is. En inderdaad, alle stands zijn inmiddels ingericht, het is gelijk een heel ander gezicht.
En ook nu koop ik me suf, met eenzelfde hoeveelheid als vanmorgen loop ik de hal uit. Khan zijn ogen worden steeds groter, maar hij ziet ook de banden voor zijn auto dichterbij komen, want met deze hoeveelheid aan tassen ga ik natuurlijk niet met de metro naar huis, dus dat wordt weer een extra ritje !
We laten ons eerst afzetten bij Fire & Ice, de beste Italiaan in de stad, het is hier altijd goed eten. Bob is er ook, een vriend van Rosalie, die momenteel bij haar inwoont. Hij is een schrijver en hij helpt Rosalie met het schrijven van haar boek. Daarnaast schrijft hij nog een aantal columns en heeft hij verschrikkelijk veel gereisd, een leuke en relaxte (en oude) man (in een hawaii shirt :-)).
Als Khan me naar huis brengt, wordt hij langzaamaan meer en meer chagrijnig (en voor wie hem kent, dit is echt niets voor Khan!). Wat blijkt, vandaag worden alle goden uit hun diwali tempel gehaald (om in de rivier gedumpt te worden ?), in ieder geval worden ze door de hele stad gesleept op karren met daarachter een luidruchtige stoet van (dronken ? gedrogeerde ?) erg vrolijke mensen. Het is werkelijk een gekkenhuis en Khan moet dus zijn best doen om allerlei wegblokkades te omzeilen. Als we er zijn, kan hij zelfs niet lachen om een grapje, dus het is ‘serious business’ voor hem, ik zal wat extra roepies bijschrijven op zijn ‘bandenrekening’….
vrijdag 28 oktober 2011
Nog een laatste dagje freewheelen ...
Het is nu negen uur in de avond en ik ben net terug in mijn kamer. Alles is chaos, mijn (hand)tas, mijn portemonnee, mijn hoofd, maar ja, India is ook chaos, dus op zich heb ik me goed aangepast.
Mijn dag vandaag, ook chaos, druk met van alles, maar met wat precies ? Het wordt tijd dat ik de projecten en de kinderen ga bezoeken !!
Vanochtend startte uitermate relaxed, lekker uitgeslapen, ontbijtje in het hotel, heerlijk. Bakje thee in de ‘zentuin’ van het hotel, wat wil je nog meer. Aan het eind van de ochtend op mijn gemakje richting de metro gewandeld. Onderweg mijn nieuwe omgeving eens goed in me opgenomen, het is toch wel erg leuk om weer eens ergens anders te verblijven, zie je ook weer eens wat nieuws.
een beeld in een tempel die is neergezet voor Diwali
offers aan het beeld van hierboven
omgeving van mijn hotelletje
tja, Wilbert, had ik nu toch maar mijn gitaar meegenomen :-)
zou de post die je hier in doet ooit aankomen ?
ik denk dat ik het van de week gewoon ga proberen !
Uitgestapt bij metrohalte Parkstreet, zeg maar de Kalverstraat van Calcutta (al is het vergelijk eigenlijk nauwelijks op zijn plaats … hier zijn wel de meest ‘normale’ winkels te vinden). Bij Oxford (een grote mooie boekenwinkel met veel Engelstalige titels) even rondgesnuffeld. Een kuifje strip gekocht in zowel Engels als in Bengali (dezelfde strip), altijd leuk voor presentaties op scholen. Daarna door naar de Vodafone winkel.
altaartje in Parkstreet
Ik was gewaarschuwd van tevoren, vandaag is het ‘brother-sister-day’ (aha …), dus alles zal wel dicht zijn, maar gelukkig, de vodafone shop is gewoon open. Ik, gewapend met mijn paspoort en visum, vertel mijn probleem en het blijkt dat Indiase nummers, als ze drie maanden niet meer gebruikt worden, worden opgeheven. Nieuwe regel om terrorisme tegen te gaan. Tuurlijk. Maar hij kan me best aan een nieuwe simkaart helpen, dat is geen probleem. Paspoort, visum, pasfoto (ik ben trots op mezelf dat ik dit allemaal zonder te zoeken kan overleggen) en een brief van het hotel. Huh ? Een brief van het hotel ? Ja, een brief van het hotel die zegt dat ik daar verblijf. Het zal niet waar zijn, hebben ze toch nog iets bedacht waardoor ik geen nieuwe simkaart kan regelen. Bah, teleurgesteld loop ik de winkel uit.
Maar ik ben natuurlijk niet voor één gat te vangen en loop naar de man die mij gisteren wilde helpen, totdat ik mijn paspoort niet bij me bleek te hebben. Die heb ik niet gehoord over een brief van het hotel. Als ik daar naar toe loop, zie ik dat hij wel ‘brother-sister-day’ aan het vieren is, hij is gesloten. Maar goed, telefoonshoppies genoeg, dus ik probeer het bij de volgende.
heeft deze shop wel een simkaart voor mij ?
De meneer van de volgende telefoonwinkel gaat voortvarend te werk. Binnen no-time heeft hij een nieuwe simkaart uit een envelop getrokken en zit deze al in mijn telefoon. Oke, dat is een goed teken ! Hij heeft blijkbaar het volle vertrouwen in me. Als we de papieren in gaan vullen, moet er een kopie komen van mijn paspoort en visum. Ik geef hem mijn paspoort en ineens hoor ik zachtjes ‘wow!’, ik kijk verschrikt op, wat is er aan de hand met mijn paspoort ? En hij trekt er zo 400 euro uit … oeps … dat had ik er ingevouwen toen het in de kluis lag … lekker opgelet Willeke … Ik lach hem wat onhandig toe, mompel iets van ‘you found a treasure’ en frommel het geld in mijn tas. Chaos …
Dan ineens geeft hij iemand die op de stoep staat twee roepies EN mijn paspoort en degene gaat er direkt vandoor. Wat nu ? Wordt mijn identiteit voor twee roepies van de hand gedaan ?? Maar gelukkig, na een paar minuten keert hij terug met mijn paspoort en de twee benodigde kopietjes, inmiddels staat het zweet op mijn rug, wat staat me nog meer te wachten ? En dan begint hij over mijn hotel, nee he … maar gelukkig, hij wil alleen maar weten waar ik verblijf en welk kamernummer ik heb. Mijn kamer heeft geen nummer, maar een naam, maar dat snapt hij niet. Oke, als dat voor jou makkelijker is, dan slaap ik in kamer nummer twee, ook goed.
Opgelucht dat ik een nieuw nummer heb (en dus weer kan bellen!) loop ik verder. Eerst maar eens een bakje koffie, ik voel dat ik dat verdiend heb. En waar kan je dat beter doen dan bij Barista ? Inclusief een muffin, die, heel grappig, hier in vieren wordt gesneden en even wordt opgewarmd. Ik zet ‘al’ mijn telefoonnummers op mijn nieuwe simkaart (niet dat mijn sociale leven hier nu zo groot is, maar toch) en geniet van mijn koffie. Maar o jee, waar is mijn tas met gekochte spullen van Oxford ? Pfff, blijkbaar bij de telefoonshop laten liggen.
Fijn voor mij is dat de meneer van de telefoonshop zijn nummer aan me heeft gegeven, voor als er ‘iets’ was, kon ik hem ALTJD bellen. Dus ik bel hem direkt op. Staat zijn telefoon uit … wat nou ALTIJD ? Een half uur later probeer ik het opnieuw. Gelukkig neemt hij nu wel op. Ik vraag of mijn tas er nog ligt, nou hij heeft geen idee wat ik bedoel, maar er ligt zeer zeker geen tas meer van mij in zijn shop. Shit … waar kan die dan zijn ? Ik heb nog even bij mr. Ghosh gevraagd wat het verzenden van een pakket naar Nederland kost (hij heeft ook een DHL vestigingetje), maar daar ben ik niet bij gaan zitten … Ik pieker me suf, toch niet op straat laten staan bij het maken van een foto ? Nee, dat kan haast niet. Nou ja, twee stripboeken, zo’n drama is het niet, maar toch … waar is mijn hoofd ?? Een half uur later gaat de telefoon, de meneer uit de telefoonshop … mijn tas toch aangetroffen … pfffff ….
Huppelend verlaat ik Barista, blij dat mijn tas terecht is. Ik ga nog even bij Westside/Pantaloons kijken, vanaf morgen zit ik zo’n dag of 10 in een strak schema, dus nu nog even genieten (=shoppen).
Onderweg kom ik twee jongens tegen die op de stoep zitten, die heel raar, fel blauw en rose gekleurd is. Ze zijn cartridges aan het leegmaken … dit kan nooit gezond zijn !!! Ik vraag of ik een foto mag maken en dat mag. Het zijn twee broers. Aan een schone cartridge verdienen ze drie roepies (100 roepies is ongeveer 1,50, dus reken maar uit) en hij kijkt er nog trots bij ook. Ze hebben natuurlijk geen idee dat ze met dit werk geen 80 jaar gaan worden, maar misschien willen ze dat ook niet. Als ik weg loop, vraagt hij een roepie voor een bakje thee. Ik geef hem 20 bakjes..
(let ook even op het been, dat aan het hek hangt ...)
Aan het eind van de middag ben ik ‘versleten’, waarvan ? Geen idee! Ik loop naar Rosalie waar ik even bijkom, even water bijtanken, want het water drinken (zooo belangrijk hier), zit er nog niet goed in en ik voel dat ik daar last van heb. We lopen naar Sudderstreet om wat te gaan eten. Inmiddels weet ik ook dat me vanaf maandag een strak schema te wachten staat. Vergadering hier, les daar, bezoekje links, bezoekje rechts. Ach, we zullen zien, in India gaat toch niets volgens plan, dus waarschijnlijk ook volgende week niet.
Morgenochtend ga ik in ieder geval eerst met Khan op pad. Er is hier een ‘grote’ fair trade fair, georganiseerd door Sacha. Sacha is een winkel die allemaal fair trade spulletjes ‘importeert’ vanuit alle delen van India. Onder andere onze kleurige ‘strings’ die we op markten verkopen (waarvan de opbrengst weer naar de stichting gaat), halen we hier. Op de fair, die morgen begint, komen al deze leveranciers bij elkaar met hun spulletjes. Je kan hier dus supergoed inkopen doen, direkt bij de maker van de produkten. Ik hoop dus genoeg bij elkaar te sprokkelen om weer een leuke voorraad te hebben voor het komende ‘marktenseizoen’. Ik heb afgesproken met Khan dat hij me gaat brengen, ten eerste is het te ver om te lopen en ten tweede, als ik goed slaag (hoop, hoop) hoef ik niet te sjouwen met al mijn gekochte spulletjes, dat kan dan mooi in de achterbak van de grote witte taxi.
En vanaf morgenmiddag gaan we ‘echt’ aan de slag, eerst naar Prabartak, altijd leuk, altijd gezellig, jullie horen het wel !!
Voor de liefhebbers hier nog wat foto's :
soort stapelbed-winkeltjes
hindoegoden bij een eetstalletje op straat
let vooral op de gemolesteerde etalagepop ..
Hartelijk weerzien op Sudderstreet
Mijn ‘nieuwe’ hotelletje is nogal buiten het centrum, een kilometer of zes. Maar ik heb de metro voor de deur, dus een probleem hoeft dat niet te zijn. Ik moet alleen ’s avonds voor 10 uur binnen zijn (later rijdt de metro niet meer) en zondagochtend is het verplicht uitslapen (de metro start dan pas om twee uur). Allemaal overkoombaar of zelfs gewoon beter voor iemand die toch echt binnenkort 40 wordt :-).
Als ik in het metrostation (ik sta netjes in de lange rij voor een kaartje) bij mijn medepassagiers informeer of er zoiets als een maandkaart of strippenkaart bestaat, blijken ze sinds kort over een ‘smartcardsysteem’ te beschikken. Nou ja, Calcutta gaat met zijn tijd mee !! En een kwartier later sta ik zowaar met een echte smartcard in mijn handen. Ik moet 200 roepies betalen, 100 roepies borg en de rest gaat op mijn kaart. Als ik echter de metro weer uitloop, heb ik een restsaldo van 115 roepies, mooi systeem, je wordt dus blijkbaar beloond voor een metroritje in plaats dat het je geld kost :-).
In Sudderstreet wordt ik hartelijk verwelkomd. Ik sta toch gewoon elke keer weer verbaasd over het feit dat ze je na een jaar/jaren nog steeds herkennen, ik ben toch echt niet de enige westerling die hier komt. Een rickshawwallah, de lieverd, die mij gelijk zijn rickshawbel aanbiedt. Een van de bedelaarsters en natuurlijk de mensen van Blue Sky, die gelijk al met een mangojuice klaar staan (mijn vaste ‘recept’), erg grappig. Ze willen ook allemaal weten waar ‘the boss’ is, nou, ‘the boss’ zit even in Brazilië en komt volgend jaar weer mee.
Ik loop eerst naar Sacha om te kijken of ze nog leuke voorraad hebben om thuis weer te verkopen. Het valt een beetje tegen helaas, maar aanstaand weekend start er een fair trade fair waar alle producenten komen, dus ik hou maar moed. Hetgeen ze hebben, koop ik alvast.
Als ik weer buiten sta, besluit ik Rosalie te bellen. Maar ik ben al snel klaar, mijn telefoon staat wel aan, maar ik kan dus niemand meer bellen. Ik loop weer terug naar de winkel en vraag de portier wat er aan de hand kan zijn. Hij kijkt eens naar mijn telefoon en loopt naar achteren. Ik blijf geduldig staan wachten, maar het blijkt een manier te zijn om gewoon te zeggen dat hij het ook niet weet, hij komt gewoon niet terug. Oke, ook goed. Ik loop naar de Vodafone shop, een eindje verder op de hoek. Maar ach, gesloten, het was gisteren immers Diwali en waarom ze dan vandaag dicht zijn, weet niemand, maar dicht is dicht. Een eindje verder struikel ik een Airtel shopje binnen. De man besluit dat mijn simkaart ‘exit’ is en dat ik een nieuw nummer nodig heb. Hij kan dat uiteraard ook regelen, maar dan moet hij wel een kopietje hebben van mijn visum. En dat ligt dus in mijn superveilige kluis in de hotelkamer … Morgen zal ik een nieuwe poging doen. Op de vraag of ik dan misschien even iemand mag bellen (het is tot slot van rekening een telefoonwinkeltje), knikt hij ontkennend, dat kan niet.
In Sudderstreet bel ik (bij een ‘echt’ telefoonwinkeltje) Rosalie op. Die vervolgens bijna een hartaanval krijgt, omdat ze denkt dat ik op de luchthaven sta en dat ze vergeten is om Khan te sturen. Of bel ik toch vanuit Nederland dan ? Ben ik in Sudderstreet ?? Wraaahhh !!! Ze snapt er niets van en belooft snel te komen. Leuk zo’n verrassingsaanval, ik had ze verteld pas op zondag te komen. Door haar enthousiasme regelt ze altijd van alles voor me (ik heb inderdaad maandag al de eerste vergadering staan) en ik wilde eerst nog een paar dagen ‘lekker niks’. Vandaar dat ik niet had verteld dat ik donderdag er al was (ze dacht dat ik zondag pas zou komen).
Een kwartiertje later is ze ook in Blue Sky. We praten gezellig bij. Met de projecten gaat het blijkbaar allemaal prima. Aanstaande maandag dus de eerste vergadering bij Prayrona. Benieuwd hoe het met de nieuwe school is !! Rosalie laat er (nog)niets over los, ach, ik laat me graag verrassen (al realiseer ik me dat dit ook negatief kan zijn).
Later lopen we naar Khan (de vaste taxichauffeur van Rosalie), ik had al eerder naar hem gezocht, maar hij had een ritje. Nu is hij er en hij is net zo verbaasd als Rosalie om me te zien. Waar is Erik ? Tja, Khan, deze keer ben ik een keertje alleen. Hij kijkt een beetje teleurgesteld. Als hij me vraagt waar mijn hotel is, kijkt hij verschrikt op. Samen met zijn ‘broer’Khan II brabbelen ze wat en ze besluiten me te verhuizen naar een hotel dichterbij. Ha, ha, ik begin te lachen en zeg ze dat ik dat niet ga doen. Als ik vertel dat ze meer kunnen verdienen aan een taxirit als ik verder weg zit, gaat het lampje aan en knikken ze toch allebei goedkeurend. Ze zijn leuk.
Dan komt de tweede verrassing. Rosalie en ik hoeven de komende tijd niet te betalen voor een taxirit, dat hadden ze samen besloten. Huh ?? Al snel komt de adder vanonder het gras. Hij is aan het sparen voor nieuwe banden (totale kosten 12.000 roepies, toch zo’n 200 euro !) en wij moeten dus de komende tijd voor bank spelen. Als wij hem het benodigde geld schuldig zijn, moeten we in één keer lappen. Gelukkig heeft hij al zo’n 7000 roepies bij elkaar gespaard, dus hij heeft er nog 5000 nodig.
Laten we gelijk maar beginnen met sparen dan. Ik vraag Khan me naar mijn hotel te brengen, dan weet hij gelijk waar ik zit. Achteraf is dat niet zo’n goed plan, maar ja. Het blijkt echt reuze druk te zijn, de dag na Diwali staat garant voor een groot aantal optochten, met muziek (zijnde ‘herrie’) en het afsteken van vuurwerk. De halve stad staat vast. Khan manoeuvreert om de drukte heen door smalle straatjes en steegjes te nemen en we staan eerlijk gezegd nauwelijks stil. Het is even zoeken naar het hotel, maar met wat hulp van buurtbewoners vinden we het snel.
Ik duik redelijk op tijd mijn bedje in, het was een rare dag en de niet-geslapen-nacht in het vliegtuig speelt me parten. Het vuurwerk en de muziek houdt me nog lang (half)wakker, maar uiteindelijk wordt het rustig en ligt ik als doornroosje te pitten, heerlijk !!
donderdag 27 oktober 2011
Welkom in India !
Ik heb zojuist mijn paspoort in het kluisje gedaan op mijn kamer. Voor het eerst een kluisje op m’n kamer in Calcutta, pfoeh eh, ik heb wel een écht hotel gevonden. Totdat ik merkte dat het kluisje niet echt vast was gemaakt aan de kast en/of muur en totdat ik merkte dat ik het kluisje zonder moeite zo op kon tillen … welkom in India!
Ja, ik heb dus een andere slaapplek moeten zoeken, ons ‘oude’ hotelletje bestaat niet meer en ik mis het nu al. De kamers waren daar verschrikkelijk groot en erg licht. Hier heb ik ruimte genoeg hoor en ik heb een heel raam met daglicht, maar toch. Even wennen nog.
Ik heb een kamer met ‘garden view’. Thuis zag ik op internet een foto van een kussen in mijn raam. Ik zag me daar dus al zitten, mijmerend uitkijkend op de grote tuin. De zin van het leven overdenkend. Als ik het nu in het echt zie, schiet ik in de lach. Het kussen in het raam is er, prachtig, maar de tuin is een stukje van 1,5 bij 1,5 meter, geheel ommuurd (2 á 3 meter hoog) met een half groene/ half bruine bananeboom. Welkom in India!
Nog wel even een belangrijk pluspuntje van deze kamer, anders denken jullie dat ik het allemaal niets vindt, maar het bed is geweldig, dik matras, super gewoon !! Dat is wel even wat anders dan die harde bedden die we hier gewend zijn.
De heenreis ging meer dan voorspoedig. Beetje slechte start, met vertraging vertrokken vanuit Dusseldorf, maar gelukkig wel de aansluiting in Dubai gehaald. Ik had zelfs nog tijd om een lekkere verse sinaasappelsap te kopen (en te drinken)! Dat ik daar net te weinig Dubaise dirhams voor had, vond de verkoper niet erg, hij gaf me met plezier korting, een grote glimlach kwam mijn kant op. De lieverd!
In het toestel naar Calcutta kregen we alvast een douaneformulier om in te vullen. Zo gepiept, maar nee, als ik dacht klaar te zijn, had ik het mis. Of ik het ook van de rij naast me in wilde vullen. Ik kreeg ineens een aantal formuliertjes en paspoorten toegeworpen. De jongens (die bij de paspoorten horen) kijken me hoopvol aan. Oke dan … daar ga ik. Ali Menok … grappig … ze zijn allemaal geboren op 1 januari :-). Waarschijnlijk zijn het allemaal arbeiders die in Dubai e.o. werken (c.q. uitgebuit worden). Ze kunnen niet lezen of schrijven en vertrouwen erop dat ik (of wie dan ook) het allemaal netjes invult. Ik doe mijn best en geef ze uiteindelijk allemaal terug. In Calcutta zie ik dat ze in de rij staan van ‘diplomatic passports’. Tja, dat bordje kunnen ze natuurlijk ook niet lezen. Ik zie dat ze wel gewoon geholpen worden, gelukkig maar.
Wonder boven wonder komt mijn bagage direkt van de band rollen. Het voelt alsof ik als eerste van het toestel het luchthavengebouw verlaat. Buiten staat een menigte te wachten, ik voel me een ware filmster als ik naar buiten loop. Ik zie een man met een bordje ‘Willeke v N’, mmm, voelt een beetje als een misdadiger, maar ik ga toch met hem mee. Hij is zichtbaar blij dat ik er zo snel ben. We lopen naar zijn auto, wat is dit nu ? Een gloednieuwe Ford Fiesta! Ik voel me ineens weer even die filmster, zo’n mooie auto, zonder krassen en deuken, bijna een unicum hier. Als ik hem complimenteer met zijn mooie wagen, groeit hij van trots.
Onderweg is het niet druk en soms met wel 100 km/h zoeven we door de stad. Bij onze vaste taxichauffeur Khan is de snelheidsmeter stuk, dus je hebt geen idee hoe hard je gaat, maar zo hard als deze auto rijdt, kan Khan zeker niet. Aan de spiegel hangt de Dalai Lama te bungelen en voor de voorruit staat een kleine Ganesha. Vandaar dat de auto nog zo netjes zonder deuken en krassen is, met deze twee kanjers in de auto kan het gewoon niet anders.
De meest mooie borden komen we onderweg tegen om ons er maar te van weerhouden niet te hard te rijden ‘no hurry, no worry’ of ‘take your time, not your life’ en nog mooier ‘alert today, alive tomorrow’.
Bij het hotel word ik in een soort kleine chesterfield geparkeerd. Nog nooit heb ik zo snel vanuit het vliegtuig het hotel bereikt in Calcutta, binnen een uur na landing zit ik hier gewoon, het ging allemaal zo supersnel. Maar goed, er komt dus een tijd dat dit ook tegen je keert en die tijd is dus nu aangebroken. Eerst gaat het nog goed, ik krijg een glas water aangeboden, wat attent. Maar dan zit ik maar, een hoop hotelpersoneel kachelt op het gemak op en neer, ik zie broodjes, thee en ander lekkers voorbij komen, de overige hotelgasten zijn duidelijk aan het ontbijt toe. Na een half uur ga ik eens informeren, ‘aaaa, room, aaaa’, hij knikt me goedkeurend toe. Tja, nu weet ik nog niets. Ik snap best dat ik vroeg ben en dat mijn kamer nog niet klaar zou kunnen zijn, maar vertel dat dan even. Een kwartier later komt er iemand die zegt ‘5 minutes, 5 minutes’. En weer trap ik erin, ‘5 minutes to what ?’, waarschijnlijk 5 minutes totdat de vorige kamerbewoner wakker wordt of zo, want een uur later zit ik er nog. Ik heb inmiddels al wel een krantje onder mijn neus geduwd gekregen, ook al zo’n slecht teken. En dan komt ‘ie weer … nog ‘5 minutes’… ik knik gedwee, het zal wel. Maar deze keer klopte het aardig, na zo’n kleine twee uur wachten kan ik mijn kamer in. Maar dan moet ik ook gelijk weer mee, met mijn paspoort, naar boven naar het kantoor. Had dit niet in die twee uur gekund ?? Blijkbaar niet, first things first. Boven komt mijn naam in het grote boek en moet ik mijn gegevens op nog drie andere plekken invullen, maar dan mag ik toch echt mijn kamer in. Ik pak het noodzakelijke uit en ga liggen, niet veel later val ik in slaap.
Als ik ga douchen (ik heb de boiler op tijd aangezet, dus er is warm water), schiet ik toch ook weer in de lach. Voordat je door hebt wat nu koud en warm is, is de waterdruk bijna weg, ik kruip haast tegen de douchekraan aan, om die ene vallende druppel op te vangen, natuurlijk net mijn haar ingesopt. Maar dan even later komt alles in volle hevigheid weer terug (gelukkig!) en geniet ik toch even van een zowaar fatsoenlijke warme douche, hoera !!
Ik ga zo eerst maar even wat water kopen, en daarna de stad in, wat eten en kijken of ik Rosalie kan traceren, die geen idee heeft dat ik hier al ben.
Tot later !!!
advertentie in de krant voor airco-units ...