vrijdag 30 december 2005

Erg krap in de Chinese bus

Na een dagje stad, besluiten we vandaag naar één van de ‘outlying islands’ te gaan. Onze keus valt op Lantau, het eiland waar ze een paar jaar geleden het vliegveld naast gelegd hebben en vorig jaar Disney Land. Het is dan ook eigenlijk een schiereiland, want er is een brug naar het vaste land aangelegd (inclusief metro). Maar goed, wij besluiten dit te negeren en gaan lekker met de ferry. Lantau is haast twee keer zo groot als Hong Kong Island, maar er wonen maar 45.000 mensen (HK Island 1,4 miljoen). Niet alle inwoners wonen er vrijwillig, er zijn drie gevangenissen op het eiland.

Alhoewel de luchthaven en disney land gelijk de indruk wekken dat het een druk en onpersoonlijk eiland is, niets is minder waar. Het eiland zelf is groener dan groen en bestaat uit mooie stranden en kleine dorpjes. Het blijft wel Chinees natuurlijk, dus laat het woord ‘gezellig’ maar gerust weg.

Na een half uurtje met de fast ferry komen we aan op Mui Wo, iedereen heeft veel haast om de boot af te komen en als wij (als laatste dus) buiten komen, begrijpen we waarom. Er staat inmiddels een hele lange rij bij de bus naar het Po Lin klooster, de ‘hoofdattractie’ van het eiland. De rij is zo lang dat er een aantal bussen nodig zijn om iedereen mee te nemen. We zien het eens even aan en stappen in de bus die ernaast staat. Hij blijkt naar Tai O te gaan, een dorpje helemaal aan de andere kant van Lantau.

De bus is al bijna vol, maar er is nog plaats naast een oud Chinees mannetje. We zitten allebei achter elkaar aan het gangpad. Alles is smal, de bankjes, het gangpad, de ruimte tussen de stoelen, alles is gemaakt voor de kleine Chinese lichaampjes. Er staan dan ook 5 stoelen naast elkaar (rij van 2 en rij van 3), terwijl in ‘onze’ bussen 4 stoelen (2x2) toch echt het max is. Maar goed, Lantau is erg bergachtig (hoogste punt 934 m) en het is wel handig krap te zitten met al die haarspeldbochten, je hoeft je nauwelijks vast te houden, je kan toch geen kant op. De bus is de jongste niet meer en af en toe krijgen we de neiging uit te stappen en te helpen duwen, maar het blijkt niet nodig. Na een klein uurtje zijn we dan in Tai O, de meeste mensen hebben de bus onderweg al verlaten, slechts een klein aantal mensen moesten ook hier zijn.

Tai O ligt aan de kust, vroeger leefde de mensen van de visvangst en nog steeds komen lokalen hier hun vis (zowel vers als gedroogd) halen. Een groot aantal mensen leeft hier op palen in het water, het ziet er allemaal erg armoedig uit.

We doen een rondje door het dorpje, zien (en ruiken) veel gedroogde vis en strijken neer in het ‘upmarket’ (volgens de reisgids) Fook Lam Moon restaurant. Nou ja, ‘upmarket’, voor hier waarschijnlijk wel. Het is toch gewoon zo’n kantine-restaurant, wel erg druk en vol met Chinezen. Ons visje smaakt prima en al snel ontdekken we waarom het servies er zo gehavend uit ziet. Als men is uitgegeten komt er een soort grote regenton op wielen aanrijden, waarin al het servies inclusief etensresten, servetten (een toiletrol die op de tafel staat) en allerhande restanten wordt ingegooid. Een erg snelle en efficiënte manier van tafels leegmaken, maar it’s killing voor je serviesgoed.

We bezoeken nog een tempeltje en zoeken de bus weer maar eens op. Vanuit Tai O gaat er ook een bus naar het Po Lin klooster, het is maar een kwartiertje rijden. Po Lin is een enorm tempelcomplex in de bergen van Lantau. Sinds een paar jaar staat er een enorm boeddha beeld van zo’n 30 meter, van brons, in de buitenlucht. Het schijnt het grootste buiten staande boeddha beeld van brons te zijn. Een trap met 260 treden brengt je aan de voeten van de boeddha, als we halverwege even staan uit te hijgen, zien we dat je ook gewoon met de auto/bus naar boven kan. Maar ach, de trappen zijn vast beter voor je karma en we lopen stug door.

In het klooster zelf geven een paar over-enthousiaste jonge monniken een kleine demonstratie ‘vechtsport’ (al noemen ze het zelf vast niet zo). Erg leuk om te zien, ze zijn niet ouder dan een jaar of 12 en je zag ze overleggen. ‘Als jij nu zo doet, vang ik je hier op’, etc. Het klooster zelf is vrij nieuw en perfekt, beetje jammer eigenlijk.

Binnenkort wordt het erg gemakkelijk om hier te komen. Je kan dan met de metro vanuit de stad zelf naar Tung Chung op Lantau en van daaruit wordt er momenteel een kabelbaan aangelegd van 6 kilometer lengte naar het klooster. Jammer dat deze nog niet af is, had vast een mooie rit geweest.

Vanuit het klooster nemen we de bus weer terug naar Mui Wo, waar we net de ferry missen. Als een ferry of een bus hier in Hong Kong om bijv 18.34u gaat, is hij ook weg om 18.34u en geen minuut later. Dus als de bus om 18.34 aankomt, ben je te laat. Ach, de volgende gaat al over 40 minuten, no problem ! Voordeel is dat we aankomen wanneer het donker is, het is werkelijk prachtig om zo Hong Kong binnen te varen met aan twee kanten prachtig verlichte gebouwen. We worden er stil van ..

Geen opmerkingen: