De vrijdag begint met regen, dus we beginnen rustig aan met een uitgebreid ontbijt, beetje lezen, internetten en een schandalig lekker gebakje bij het Corner Cafe in het hotel. Bij de conciërge regelen we wat postzegels. Als hij ontdekt dat we uit Nederland komen, begint hij te giechelen. Het werkt aanstekelijk en we lachen met hem mee. Dan komt het hoge woord eruit, heb je in Nederland niet van die cake ? Van die speciale cake ? Hij giechelt steeds harder en opeens herinnert hij het zich weer: space-cake !
Aan het begin van de middag is het droog buiten en stappen we op de ferry richting Central. Hier zoeken we eerst een machine om onze Octopus-card op te waarderen. Het is dé uitvinding hier in Hong Kong en eigenlijk kan je gewoon niet zonder. Het is begonnen als een betaalmiddel voor de metro, een pasje wat je tegen een plaatje aan houdt als je de metro opstapt en het juiste tarief afschrijft als je de metro weer verlaat. Ondertussen kan je er mee betalen in het hele openbare vervoer, de bus, de ferry (ook naar de outlying islands), de tram, maar ook je blikje cola op de ferry en de boodschappen bij de 7-eleven supermarkten. Erg handig, zeker als je bedenkt dat als je contant wil betalen bij de bus of de tram, wisselgeld niet voorhanden is. De onze was na twee dagen Hong Kong leeg (erger nog, we stonden ‘rood’ ..), maar bij alle metrostations staan machines waar je de kaart op kan laden.
Hierna gaan we op zoek naar de tram. We zijn op Hong Kong island, het deel van Hong Kong waar alle grote ondernemingen (dus grote en hoge wolkenkrabbers) staan. Het blinkt, schittert en is hoog. Als je omhoog kijkt om het hoogste deel te kunnen zien, val je soms bijna achterover. Dit komt natuurlijk ook omdat bijna elke m2 bebouwd is, dus je staat vrij dicht op het gebouw als je het wilt bekijken.
De tramlijn rijdt ca 16 km langs de gehele kust van HK island, althans reed. Vroeger lagen de rails langs het water, nu op sommige plaatsen zo’n 500 meter landinwaarts door alle landwinningprojecten over de jaren heen. Het landjewinnen is nog steeds niet gestopt, getuige de nieuwe luchthaven en disneyland. Het is de grootste houten ‘dubbeldekkerstramvloot’ ter wereld, ze reden voor het eerst in 1904. De mensen toen waren zeer onder de indruk, er stonden lange rijen bij de haltes. Niet om mee te rijden, maar om in te stappen, er door te lopen en er ook gelijk weer uit te stappen. Daarna werd hij vooral gebruikt voor goederenvervoer, de inwoners hingen hun karren achter de tram. Al snel werd een wet gemaakt die het verbood om rijdend materieel te maken met een as net zo breed als de tram. De wet is nog steeds van kracht. Een ritje kost 2 HK dollar (ca 50 eurocent) en voor dit tarief mag je de hele 16 kilometer mee.
Maar goed, we nemen de tram richting Sheung Wan, het moet een deel van Hong Kong zijn wat nog enigszins doet denken aan het oude Hong Kong van voor de wolkenkrabbers. Het is moeilijk, ook in dit deel reiken alle gebouwen tot heel hoog, maar met wat fantasie kom je een heel eind. Het is in ieder geval erg leuk om te wandelen tussen de winkeltjes met gedroogde kruiden, vis, hagedissen en andere ‘unidentified objects’, ze worden gebruikt voor de traditionele medicijnen. Er is ook een straat waar vogelnestjes verkocht worden (voor de soep ?), ze zijn vast erg duur, ze staan meestal gestald achter glas. We zien een aantal kleine tempeltjes, maar bezoeken ook de grotere (en oudste en bekendste) Man Mo tempel. Ook hier weer veel wierook, heel veel wierook !!
En vraag niet hoe we het gedaan hebben, maar in het westers georiënteerde Hong Kong krijgen we het voor elkaar om een restaurantje binnen te stappen waar geen Engelse kaart is. De serveerster kent twee woorden, rice and chicken, dus we krijgen … Gelukkig smaakt het goed, al had de kip niet in stukken gehakt hoeven te worden met bot en al, het maakt het er niet makkelijker op met de stokjes.
In Sheung Wan bedenken we een plannetje uit, we nemen de tram richting het oosten, omdat alle trams tjokvol zitten, blijven we bovenaan staan, achterin en wachten net zo lang tot we kunnen zitten. Dan hebben we een leuk uitzicht over de verlichte straten (het in ondertussen donker geworden) en hebben we onze eigen (goedkope) Hong Kong by night tour. Het plan lukt deels, het goedkope deel lukt (een uur trammen voor 50 eurocent), het zicht op de verlichte straten is prachtig, maar het zitdeel mislukt, de dames die we graag hadden zien uitstappen bleven bijna tot het eind toe zitten. Echt comfortabel is het niet, de tram met z'n houten (smalle) stoeltjes en de rails zijn ook zo gladjes niet meer. Bij het eindpunt lopen we een markt op. Het is op z’n eind, iedereen is een beetje aan het inpakken of verkoopt zijn laatste waar. Zo liggen er bij een kippe-kraam nog 6 poten. En dan niet een poot met vlees, nee, zeg maar 6 voetjes met tenen. De Chinezen lusten volgens ons ook het hele beestje, we zien een snuit van een varken liggen (alleen het deel met de twee neusgaten), geitekoppen, tongen, vissekoppen, jammie, jammie !
Omdat Erik de tram zo wel genoeg vond (ik wilde weer wel dezelfde weg terug), nemen we de bus terug. We stappen uit bij Causeway Bay en weten niet wat we zien. Massa’s Chinezen, maar dan ook massa’s ! Wat een volk ! Het blijkt het populairste winkelgebied van Hong Kong te zijn en dat is zichtbaar. We zoeken hier een restaurantje en belanden in een soort Franse bistro. Er is veel keuze hier, maar bij de meeste restaurantjes staan lange rijen buiten te wachten op een tafeltje. We maken gelijk kennis met de jonge en hippe bewoners van Hong Kong, dit is ‘the place to be’, dat is duidelijk.
Na het eten nemen we de metro terug naar Tsim Tsa Shui, waar we met de pendelbus terug gaan naar het hotel. Weer een dag met verrassingen achter de rug !!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten