Na ons ‘homemade’ ontbijtje in het zonnetje onder onze molen, pakken we onze spullen in, doen nog een bakje koffie en vertrekken we voor de derde keer deze week naar het museum. Het is maar goed dat het vlakbij is, anders hadden we de moed allang opgegeven. Dat geldt voor mij dan, als het aan Erik ligt, gaan we er vanmorgen helemaal niet meer langs, maar ik heb er een goed gevoel over. Drie keer is toch immers scheepsrecht ?
Als we aankomen, lijkt Erik toch gelijk te krijgen, de deur zit hermetisch gesloten. Niet voor één gat te vangen, loop ik naar het bord naast de deur en daar staat zowaar een telefoonnummer op voor informatie. Ik loop terug naar de auto om een telefoon te halen, ga weer naar de deur en toets het nummer in. Als ik verbinding wil maken, hoor ik voetstappen achter me. Een bekend gezicht, deze dame hebben we twee dagen terug (bij onze eerste poging) voor onze neus weg zich lopen (en rijden) bij het museum. Ze loopt richting de deur, zou het dan toch ? Ik ga naar haar toe en vraag of ze van het museum is. Een bezweet gezicht kijkt me puffend aan, ja, ze is van het museum en gaat het nu openen. (Het is kwart over 12!)
Ik loop lachend terug naar de auto waar Erik verbaast zit toe te kijken. Het museum is open, we kunnen naar binnen. We kopen een kaartje bij de dame en vragen naar de openingstijden en vertellen haar dat we al twee maal voor een gesloten deur stonden. Zuchtend kijkt ze ons aan, haar zwarte slierterige haar geplakt tegen haar bezwete voorhoofd. Ze heeft drie banen, ze moet hier zijn, op kantoor en ergens in Chora (allemaal wat met het museum te maken heeft blijkbaar), maar ja, ze kan zich niet in drieën delen, dus moet keuzes maken. Ze vindt het zelf ook een hele vervelende situatie, maar ja, geldgebrek bij het ministerie … Ze heeft een flesje Fanta meegenomen, maar geen flesopener, de volgende frustratie dient zich aan.
Ze herpakt zich snel en zegt ons rond te leiden, omdat alle uitleg naast de fresco’s en iconen in het Grieks staat. Een VIP behandeling ! De ruimte is niet erg groot, maar er hangen ware pareltjes. Een groot aantal (delen van) fresco’s uit kerken van Kythera. In totaal telt Kythera maar liefst 300 kerkjes! Het is allemaal familiebezit en hoe rijker de familie vroeger, hoe mooier de fresco’s waren. Soms werden er zelfs kunstenaars uit Italië gehaald om hun kerkje te verfraaien met fresco’s. (Om een mooie fresco heden ten dage te redden, zijn ze soms wel drie jaar bezig! Monnikenwerk dus.)
Het leuke is dat we de meeste kerkjes, waar hier fresco’s van hangen, wel herkennen. Ze vindt het leuk dat we echt belangstelling hebben en vertelt rustig verder. Soms even happend naar adem, want het vervullen van drie banen gaat je natuurlijk niet in je koude kleren zitten.
Naast fresco’s, ligt er ook een deel van de oude mozaïekvloer (uit de 6e eeuw!) en een aantal prachtige iconen. Eentje is een waar pronkstukje van een beeltenis van Maria, uit een huis ‘gered’ en schoongemaakt. Het werd gebruikt als snijplank voor vlees …
Na de rondleiding is nog steeds het flesje Fanta niet open. De opener is er niet en het mesje waar ze mee bezig is, is levensgevaarlijk. Uiteindelijk schiet Erik te hulp en krijgt het flesje met het mes open. Ze merkt op dat het SOMS toch wel handig is om een man in de buurt te hebben … tja …
We zijn blij dit gezien te hebben, bijna alle kerkjes op Kythera zijn gesloten en volgens mevrouw is de sleutel vaak wel ergens in de buurt, maar die moeite hebben we niet genomen. Hier hebben we in ieder geval een paar mooie kunstwerkjes gezien die gered zijn uit sommige op in storten staande kerkjes.
Wat trouwens ook nog leuk was om te zien (en dan houden we op met onze fresco-mania), is dat er hier ook een fresco hing, waarvan de gezichten eruit gehaald waren. ‘Turken’ dachten we natuurlijk meteen, maar nee hoor, de Turken hebben hier geen kans gezien om fresco’s in iconen te vernielen, omdat de Russen er waren (vraag me even niet waar die dan weer vandaan kwamen …) en die zijn zelf ook erg gelovig en stonden dus de vernielingen niet toe. Maar goed, de gezichten missen toch. Dit had te maken met strenggelovigen die stukjes van de gezichten afpeuterden, omdat deze een geneeskrachtige werking zouden hebben. Zo zie je maar, is het niet de vijand die een fresco verziekt, zijn het de gelovigen zelf wel.
Daarna rijden we richting Pitsinades om even een kijkje te nemen bij het guesthouse van Albert en Anita. We willen zeer waarschijnlijk nog wel eens terug en dan zou dit wel een goede optie zijn, ligt prachtig en zag er van een afstand mooi uit. En inderdaad, het ziet er werkelijk super uit. Als we teruggaan, is het vast hier naar toe (www.eengriekseiland.nl).
En daarna door naar Diakofti om Andreas te betalen, hier vertrekt ook de ferry vandaan, dus het ligt mooi op de route. En voor we het beseffen, rijden we de veerboot op. Het is voorbij, ons Kythera-avontuur zit erop. Maar wat een pareltje, prachteiland!
En wat schertst onze verbazing, de ‘fransoos’ zit ook op de boot. De bangige Griek die ons achterop reed naar een strandje een paar dagen terug, hebben we inmiddels ‘de fransoos’ gedoopt. Hij lijkt een beetje op de Fransman, beetje klungelig uiterlijk en hij rijdt Citroen, dat helpt hem natuurlijk ook niet. We zijn hem de afgelopen week al een aantal keren meer tegengekomen, maar dat is niet zo gek op een eiland, uiteindelijk ga je zelfs al na 6 dagen heel veel mensen herkennen.
Maar goed, eigenlijk ben ik toch wel heel nieuwsgierig naar ‘de fransoos’ en knoop een praatje met hem aan. Hij is inderdaad Grieks, woont in Athene en is daar verpleger. Hij was een weekje op vakantie in Kythera. Als we hem naar zijn ervaringen vragen, kijkt hij een beetje bozig, alle kerken zijn dicht en de musea ook, zegt hij zeer verontwaardigd! Tja … dat klopt. We vertellen hem dat we na drie pogingen toch nog het byzantijns museum gezien hebben. ‘Ja, maar er is nog een belangrijker museum in Chora, maar dat is dicht!” zegt hij nog steeds boos. Als ik hem vertel, dat dat door een aardbeving komt, dat het gebouw dusdanig beschadigd is, dat het niet meer open kan, antwoord hij met een verontwaardigde stem : ‘But that is 4 years ago ! Poverty !’ Eigenlijk toch stiekem wel leuk om te zien dat een Griek hier zich blijkbaar druk om maakt, terwijl wij, als toeristen, dit ‘gewoon’ accepteren.
Uiteindelijk hebben we een heel leuk gesprek, ook hij is gek op ‘oude zooi’ en weet de mooiste plekjes in de Peloponnesos, hij (zijn ouders) heeft er een familiehuis, waar hij regelmatig te vinden is. Hij is ook een strandliefhebber en noemt zo een aantal mooie strandjes op, die we echt gezien moeten hebben. Helaas, wij gaan morgen richting Athene … Als ik hem vraag of Athene de moeite waard is om te bekijken, moet hij wel heel diep nadenken. Uiteraard is de akropolis met het museum een MUST, maar verder zou hij zijn tijd niet verdoen aan Athene als hij ons was. Het is er vies en vuil en crimineel.
Hij reist graag naar de Griekse eilanden en als ik hem naar zijn favorieten vraag, komt gelijk Santorini boven en Corfu, dat zijn zijn favorieten. Maar dan haast hij zich om te zeggen dat eigenlijk alle Griekse eilanden mooi zijn. Toch een ware chauvinist, ondanks het gemopper op de dichte deuren in Kythera.
de ferry in Neapolis
Met nog wat tips voor onderweg (morgen naar Athene), verlaten we de ferry, de tijd is omgevlogen! Ons hotelletje is vlak na de pier en binnen 10 minuten staan we op onze sobere kamer. We beginnen ons onhandige molentje al te missen …
Geen opmerkingen:
Een reactie posten