Vannacht hebben we heerlijk geslapen. Een guesthouse naast de kerk betekent natuurlijk wel dat je om het half uur de kerkklok hoort klingelen, maar goed, verder dan drie x heb ik het niet meer gehoord, dus het went snel.
op de achtergrond ons mooie guesthouse
Het ontbijt vanmorgen was fabuleus, de Grieken zijn dol op zoetigheden en wij toevallig ook ! De eigenaresse maakt ons veel duidelijk. Het lijkt wel alsof wij de enige toeristen in het dorp zijn en dat klopt ook wel een beetje. Ons guesthouse is momenteel alleen maar open omdat wij er zijn, aanstaand weekend vertrekt ze naar haar andere hotel aan de kust. Deze streek wordt heel veel bezocht door Griekse toeristen uit Athene en omgeving en deze komen hier tussen oktober en half mei. Het is dus nu laagseizoen en het hoogseizoen is net achter de rug. Als wij vertrekken gaat het guesthouse tot juli dicht, dan heeft ze weer een paar boekingen en gaat ze weer twee weken open.
Erik, onze huurauto met op de achtergrond Dimitsana
Dimitsana ligt aan de beroemde Loúsioskloof, een van de indrukwekkendste kloven in Griekenland (volgens ons reisgidsje). De kloof is 5 km lang en ca 300 meter diep. Op de steile kliffen staan veel middeleeuwse kloosters en kerken. De vele kloosters zorgden overigens voor de kruitproduktie tijdens de Griekse onafhankelijkheidsoorlog.
Dus jullie snappen het wel, vandaag gaan we de kloof in op zoek naar de kloosters. En het is inderdaad waar, wat is het hier prachtig. De vergezichten, de natuur, schitterend. Nadat we wat Griekse verkeersborden ontcijferd hebben, rijden we uiteindelijk het parkeerterreintje van het Moni Aimyalon op. Het bord op het toegangshek is weinig uitnodigend, vooral geboden. Geen ‘welkom’. Na 5 minuten ben ik erachter, ik ben hier niet eens welkom, ik heb mijn broek aan en dat mag niet. Helaas pindakaas. We rijden terug naar ons dorp, halen een rok op en gaan terug. Tja, wat je er allemaal niet voordoet om een klooster te mogen bezoeken.
women are not allowed to wear pants of any kind !
onderbroek ook uit dan ?
Mét rok gaan we door het hek, het is een lange weg naar beneden als we voor het klooster zelf staan. Een monnik is bezig in de moestuin, verder zien we niemand. Als we het kleine binnenplaatsje oplopen, is er nog steeds niemand. Bloemetjeslakens hangen te drogen (er wonen hier mannen !! bloemetjes lakens !!). We gaan een poosje zitten, iemand zal ons toch wel opmerken ? Maar nee hoor, ook de tuinmonnik komt niet even kijken. We lopen weer terug, op zoek naar de tuinmonnik, maar die heeft zich wijselijk verstopt. Waarschijnlijk is mijn aanschijn te mooi en te aantrekkelijk, het valt al niet mee voor een monnik om alle verleidingen te weerstaan en als ze dan zomaar het klooster binnenlopen … wegwezen ! We drentelen nog wat op en neer, wachten nog eens 5 minuten en besluiten dan toch maar weer weg te gaan. Rok voor niets gehaald …
Maar dan is daar toch ineens weer onze tuinmonnik. Met een ‘kalimera’ (goedemorgen) trek ik zijn aandacht. Hij praat 1,5 woord Engels en ik vraag hem of wij de kerk mogen zien. Hij maakt ons met gebaren duidelijk dat we op een deur moeten kloppen en dat er dan wel iemand zal komen.
Oke, wij lopen naar de deur en trekken aan de bel. Er gebeurt niets, we trekken nog een keer aan de bel, nog niets, we trekken nu heel lang aan de bel, maar nee hoor, er gebeurt nog steeds niets. Teleurgesteld lopen we weer richting uitgang.
Maar daar komt dan toch de tuinmonnik aan. Zichtbaar geïrriteerd dat er niemand is die de deur voor ons opendoet. Hij pakt zijn sleutel, opent de deur en gebaart ons naar binnen te gaan. We lopen een lange smalle lage gang in, steenkoud, dit klooster is min of meer in de rotsen gebouwd. Bang dat ik ben dat hij ons weer terugroept, ren ik min of meer de diepe gang in, aan het eind buigt de gang naar rechts en dan sta ik ineens in een klein kerkje uit 1600. Er is maar een klein raampje, dus het duurt even voordat je ogen gewend zijn, maar dan zien we de prachtige oude fresco’s, wow ! Dit was het hele gedoe wel waard. We zijn nog steeds alleen, de tuinmonnik is ons niet gevolgd. We staren wat in de rondte totdat er ineens een andere monnik achter ons staat. Hij spreekt wat beter Engels en ik vraag hem waar alle nonnen toch zijn (ik had gelezen dat dit een nonnenklooster was en ik verbaasde me al over de aanwezigheid van de monniken, maar ja, tegenwoordig kan alles …). Verschrikt antwoord hij dat dit een ‘mannenklooster’ is, oeps, verkeerd gelezen. Ik kan het later ook niet terugvinden, dus waar ik die wijsheid vandaan haalde, weet ik ook niet meer. We blijven nog even bewonderend staan, bedanken de monnik op z’n Grieks, waarna hij ons haast zegenend aankijkt. Dat is mooi, dat hebben we weer mooi binnen.
We rijden verder de kloof in, nog een beetje onder de indruk van dit bijzondere bezoek. Het voelt een beetje als ‘gluren bij de buren’, alsof je bij de mensen thuis komt en feitelijk is dat ook zo natuurlijk.
Een uur later staan we bij het tweede klooster, Néa Moní Filosófou voor de liefhebbers. Een 17e eeuws klooster, wat onlangs is gerenoveerd, er schijnt sindsdien weer 1 monnik te wonen. Zielig, zo alleen. Maar goed, hier is de ontvangst wat vriendelijker. Op het bord staat alleen ‘welkom’ en dat je je fatsoenlijk moet kleden. Geen verboden en geen sluitingstijden.
Ook hier zien we niemand, maar hier is het kerkje niet verstopt in de rotsen. De deur staat open en voorzichtig lopen we naar binnen. Een heel ander kerkje als zojuist, maar weer vol met prachtige fresco’s. Wellicht mag het eigenlijk niet, maar hier toch stiekem een fotootje gemaakt. Als we weer naar buiten gaan, zien we nog steeds niemand. We horen wel gerommel met borden, wellicht is de enige monnik z’n boterhammetje aan het smeren. We lopen terug naar de auto.
Door de kloof rijden we verder naar Stemnitsa, eenzelfde soort dorpje als Dimitsana. Hier is een klein pleintje. We lopen het terras op, we hebben trek ! Een menukaart heeft de man niet, we moeten mee naar de keuken. Hier staan 5 pannetjes te pruttelen, hij doet een voor een het dekseltje omhoog en we mogen kiezen. Grappig ! Daarna peuzelen we heerlijk op het terras deze heerlijke lunch op. Het is hier echt genieten. Als we klaar zijn en willen betalen, komt de eigenaar nog met een (gratis) toetje aan, trots kijkt hij ons aan. Het smaakt heerlijk, gekonfijte perzik met Griekse yoghurt, jammie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten