Wat een prachtig eiland, wat een ‘raar’ eiland is Sao
Vicente. Ontdekt in 1462 wilde niemand er wonen. De Portugezen die het eerst
voet aan wal zetten, wisten niet hoe snel ze weer weg moesten. Het werd lange
tijd door inwoners van Santo Antao (het buureiland) gebruikt om hun geiten op
te hoeden. Dit veranderde in de 18e en 19e eeuw. De
natuurlijke haven van nu Mindelo werd ‘ontdekt’, een beschutte baai, ooit een
krater. Toen het stoomschip zijn intrede deed werd dit dé bevoorradingshaven
voor schepen die de Atlantische Oceaan overstaken. Tonnen steenkool werden
vanuit Wales aangevoerd, Mindelo werd de vijfde bunkerhaven ter wereld. In 1874
werd via Mindelo de eerste onderzeese trans-Atlantische telegraafkabel van
Londen naar Brazilië aangelegd, later volgde een tweede kabel naar Afrika,
Mindelo werd een belangrijk telegrafieknooppunt.
Dit veranderde allemaal toen het Suezkanaal gegraven werd,
schepen naar Azië hoefden niet meer via de Atlantische Oceaan. Schepen werden
groter en konden hun eigen kolen meenemen, later werden de kolen vervangen door
olie. De medewerkers van de telegraafbedrijven vertrokken en Mindelo verarmde
sterk. In de jaren 40 stierven veel inwoners door een enorme droogte, jaren
lang viel er geen of nauwelijks regen. Veel inwoners vertrokken naar Sao Tome
en Principe (een andere Portugese kolonie), om daar te werken op de plantages,
terug naar de slavernij, de meesten overleefden het niet en kwamen nooit terug.
Na de onafhankelijkheid in 1975 krabbelde Mindelo weer een beetje op. Er zijn hier
veel onderwijsinstellingen, Mindelo was en is het culturele hart van Cabo Verde,
het (nu internationale) vliegveld werd uitgebreid, er gaat vanuit Mindelo een
ferry naar het groene buureiland Santo Antao en er kwam een nieuw
jachthavencomplex, de handel trok aan.
In Mindelo is er bedrijvigheid, in Mindelo vindt je kleur,
muziek, mensen, kleurrijke markten, winkels, leuke restaurantjes,
vissersbootjes op het strand. De rest van het eiland is kaal, nauwelijks
begroeid, je vindt er genoeg huizen die leegstaan. Of leeg lijken te staan,
mensen wonen soms in oude en vervallen huisjes. Mensen lopen langs de weg met
grote jerrycans, ze halen water, wat hier zo schaars is. De droogte (afgelopen
jaar heeft het 4 dagen geregend), de wind, de zon eist hier zijn tol. Maar er
wordt ook gebruik gemaakt van. Kleine windmolentjes helpen de waterpompen.
Grote windmolens wekken energie op.
In de ochtend rijden we met Raphaele naar Mindelo. Door een
klein misverstand stond onze huurauto niet klaar op het vliegveld en zijn we
met een taxi naar het hotel gereden. Raphaele brengt ons nu naar de
autoverhuur. Samen met haar man Stan (beiden uit Frankrijk) hebben ze in Calhau
een hotel gebouwd, ze runnen het met een hoop liefde. In de pickup rijden we in
een kwartiertje naar Mindelo. Onderweg stappen er drie studenten in het bakkie.
Zij lopen iedere dag kilometers naar school en Raphaele geeft ze graag een
lift. In Mindelo kloppen de jongens op het chassis, ze zijn er en willen
uitstappen. Even later zijn we zelf onderweg in onze rode Suzuki Jimny.
met wat hulp doet hij het nog! |
We verkennen Mindelo, een stadje met een oude koloniale
sfeer. Rondom de jachthaven ademt het zelfs luxe, met zijn chique winkels en
dito restaurants. We lopen door de markt, het is er rustig, het is ook alweer
halverwege de ochtend. Heerlijke vruchten, veel kruiden, zelf gestookte grogue,
prachtige groenten worden hier verkocht. We kopen twee papaya’s voor onderweg.
We genieten van een bakje koffie met heerlijke zoetigheden, een (heel prettig)
overblijfsel van de Portugese overheersing.
Na de lunch rijden we naar ‘het oranje huis’ op een paar
kilometer van Mindelo. Hier verlaten we de met kasseien geplaveide hoofdweg en
gaan we ‘onverhard’ verder. Stan heeft ons een kaartje van het eiland
meegegeven waar ook de onverharde wegen op aangegeven zijn. Hij vertelt dat er
in het zuiden twee prachtige stranden zijn en daar willen we heen. Bij het
oranje huis linksaf…
Al snel lijkt het alsof we de bewoonde wereld compleet
achter ons gelaten hebben. Rotsen, zand, sporadisch een groen boompje, alsof we
op de maan beland zijn. We volgen het spoor en komen uiteindelijk boven op een
berg, vanwaar we een prachtig uitzicht hebben op de kust. Daar in de verte ligt
het strand waar we naar op weg zijn.
Alhoewel hier ‘niets’ is, is het prachtig. Het is gek hoe
snel je ogen hier aan wennen en na een poosje de fletse kleuren ineens als heel
intens ervaren. Dat ene groene boompje wat hier op een of andere manier weet te
overleven, doet zelfs pijn aan je ogen, zo mooi. Het strand is enorm, het is
verlaten. De wind komt hier van land en is zo sterk dat het lijkt alsof ze de
golven terug wilt sturen de zee in. Af en toe een flinke zandstorm. Het doet
pijn op je huid. Het ziet er op de foto’s misschien liefelijk uit, maar het is
een haast bangmakende woestheid. De droogte, de storm, het zand, poehee.
Een tweede strand ligt ‘verstopt’ achter een berg, we moeten
er eerst omheen rijden. Een aangezien we hier nu toch zijn J. We worden al snel
beloond, niet door het strand, maar door een prachtige bombardeiro (‘calotropis
procera’ ook wel ‘sodoms appel’ genoemd) die hier zomaar midden in de
uitgedroogde rivierbedding staat. De plant bloeit en hoe, prachtige kleine
paarse bloemetjes en zelfs hier een daar een kleine vrucht. Het lijkt wel een
wonder hoe deze hier kan overleven. Het is ook de enige die we zien en zullen
zien.
Een half uurtje later staan we op het tweede strand. Wat
mooi.
Om eerlijk te zijn, hadden we van Sao Vicente niet zo veel verwacht. We
dachten (mede door de reisgidsjes die we lazen) dat Mindelo alles was wat er te
zien te doen was en dat de rest van het eiland ‘niets’ was. Nou, dat ‘niets’
vinden wij toevallig wel helemaal geweldig!
In Mindelo nemen we nog een afzakkertje. Als we naar huis
rijden, nemen we een liftster mee. Ze heeft 20 eieren bij zich, waarvan niet
alle eitjes nog heel zijn. Halverwege de rit wil ze eruit, ze is weer thuis. Met
een prachtige glimlach zegt ze ‘obrigada’, haar ogen glimmen. Wat een mooie
dag, wat een woest eiland, wat een vriendelijke inwoners. Thuis wassen we het
zand van achter onze oren… gelukkig blijven we hier nog even!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten