Vandaag gaan we op pad. Maar niet na eerst ‘verhuisd’ te
zijn van bungalow. Degene die we wilden (de grootste, met het mooiste uitzicht,
duh…), was de eerste twee nachten niet meer beschikbaar, we waren niet al te
vlot met boeken. Maar nu mogen we erin het is prachtig, ligbedjes voor de deur,
enorm bad in de badkamer (wat ik dan weer niet begrijp, dit is een eco-lodge en
ze vragen ons juist zuinig aan te doen met water), klein keukentje, fantastisch
uitzicht vanaf ons enorme terras, gewoon perfekt, nu willen we helemaal nooit
meer weg J.
Uitzicht vanaf ons terras :-) |
prachtige bloem die naast ons huisje groeit |
We besluiten terug te rijden naar Porto Novo over de
‘nieuwe’ kustweg. We hebben nog geen tickets voor de ferry en kunnen die dan
gelijk kopen. Eerst moeten we het smalle weggetje weer terug richting de 'hoofdweg'. Het grappige is dat het nu helemaal niet zo smal en eng is dan het op de heenweg leek. Vol goede moed duiken we de vallei in.
het weggetje vanaf de lodge de vallei in |
De kustweg biedt ons prachtige vergezichten over het water en
langs de kust. Af en toe kleine leuke dorpjes. In Porto Novo rijden we een
ingeslapen dorp binnen. Waar is al die bedrijvigheid van twee dagen terug
gebleven? Niks meer van dat alles. Erger nog, de ticketoffice is hartstikke
dicht, voor niks helemaal hier naartoe gereden… dan maar kaartjes kopen bij
vertrek aanstaande zaterdag.
Weer terug via dezelfde weg. Nu bochtje om richting Ribeira
Grande en Porta del Sol. Uiteraard om daar lekker, langs het water, te lunchen,
maar ook om eens de geschiedenis van Santo Antao in te duiken.
Toen ik voor het eerst een kaart van Santo Antao open sloeg,
viel mijn oog gelijk op het dorpje ‘Sinagoge’. Hmmm, zou dat iets te maken
hebben met een Joodse synagoge? Navraag leverde niets op. Ik had het laten
rusten, totdat ik in het vliegtuig mijn bradt-gids open sloeg. Een hele
bladzijde over de Joden in Kaapverdie. Dus toch?!
De komst van de Joden in Kaapverdie kent twee golven. De
eerste kwamen in de 15e eeuw. Op de vlucht voor de Jodenhaat in
Portugal, soms vrijwillig, maar de meesten zijn ‘gewoon’ gedeporteerd door de
overheid, koning Manuel I vond Joden een ‘ongewenst onderdeel’ in Portugal. Ze
woonden veelal in Praia op Santiago en werkten in Guinee, op het Afrikaanse
vaste land, als handelaren. Ze trouwden Afrikaanse vrouwen en werden zo een
integraal onderdeel van het multi-culturele Kaapverdie. Met hun contacten en
kennis van het Afrikaanse vaste land, werd deze groep Joden zelfs mede-initiator
van de slavenhandel! Aan het eind van de 17e eeuw was de Joodse
aanwezigheid een grote factor in de economische bloei van Kaapverdie. Totdat in
1672 de Portugese inquisitie bijna alle Joodse handelsbedrijven liet
confisqeren. Het gevolg was dat de meeste Joden hun identiteit daarna geheim
hielden, om verdere inbeslagname en vervolging te voorkomen. Dit duurde tot
laat in de 18e eeuw.
De tweede golf kwam halverwege de 19e eeuw. Dit
waren voornamelijk migranten uit Marokko en Gibraltar. Net als hun voorgangers,
begonnen ook zij hun eigen handelsbedrijven en gaven de lokale economie een
flinke boost. Ook zij trouwden met vrouwen uit Kaapverdië, de integratie was ‘a
piece of cake’. (Tegenwoordig zijn er geen praktiserende Joden meer op Kaapverdië.)
Uiteindelijk heeft het overgrote deel van de Kaapverdianen
een Joodse voorouder, zoals bijvoorbeeld voormalig minister president Carlos
Alberto Wahnon de Carvalho Veiga. Ook de achternamen ‘Benros, Mendes en Levy’
duiden op een Joodse afkomst.
So far so good de geschiedenisles, er is inmiddels een
organisatie opgericht die het Joodse erfgoed op Kaapverdie wil bewaren en
restaureren: http://capeverdejewishheritage.org/.
Beetje flauw dat zij zich richten op de tweede golf Joden, dus de Joden die
(samen met anderen uiteraard) de slavenhandel opzette, daar hebben we het maar
niet over… of zo…
Eerst maar eens lunchen, het is tijd voor een gegrild visje,
jammie J.
Met dit verhaal gingen wij vandaag op zoek naar het Joodse
erfgoed. In Ponta del Sol is er een kleine Joodse begraafplaats. Deze wordt
zelfs aangegeven op onze kaart, dus makkelijk te vinden. Ze is pas
gerestaureerd en ziet er ernstig perfect uit. Met zelfs een prachtig ‘balkon’
voor de begraafplaats met een menora in de vloer en uitzicht over Ponta del
Sol.
het 'balkon' voor de Joodse begraafplaats in Ponta del Sol |
In het dorpje zelf is het even zoeken naar de oude
handelshuizen van de heer Cohen. Maar het dorpje is niet groot en uiteindelijk
waren ze zo gevonden. En wat zijn deze prachtig, wel helemaal vervallen jammer
genoeg, maar de grandeur spat er nog vanaf. We krijgen gelijk plannen, wat zou
hier een prachtig hotel van gemaakt kunnen worden. Een mooi gebouw en het ligt
ook nog eens vlakbij zee. Een goed restaurant erin, wie komt? De organisatie
wil er een museum van maken over de historie van de Joden op Kaapverdie. Ook
een superidee.
Als je goed kijkt zie je boven de deuren nog de naam 'cohen' staan |
Daarna rijden we naar Ribeira Grande. In het midden van het
dorp, aan het plein staat het grote (groene) huis (mansion) van Ruth Cohen de
Marcal, haar man startte er een handelsbedrijf, hij was een directe
afstammeling van de tweede golf Joodse immigranten uit Marokko.
Het volgende dorp is dan toch Sinagoge. Hier zijn (voor
zover wij weten) geen overblijfselen meer. Zou hier vroeger een synagoge
gestaan hebben? Uit de beperkte informatie heb ik begrepen dat hier de eerste
Joden settelden na hun komst op Santo Antao.
bord bij binnenkomst in het dorp Sinagoga |
Als we later thuis zijn en er nog eens induiken, blijkt dat
Ribeira Grande ook een kleine Joodse begraafplaats moet hebben. Van de week nog
maar eens kijken of we deze kunnen vinden.
We rijden terug naar ‘onze’ vallei. In een dorp bij ons in
de buurt is een ‘festival’ gaande ter ere van Fátima, de heilige van het dorp.
“Nossa Senhora de Fátima em Lombinho” . We parkeren onze auto langs de weg en
lopen het dorp in. Veel (harde) muziek, veel Afrikaanse handelaren die van
allerhande kleding, schoenen, zonnebrillen, beha’s, etc. verkopen.
op dit festival koopt je de nieuwste leggings ;-) |
de 'feesttent' waar een dj staat te draaien |
zij verkoopt snoepjes voor de kinderen |
Mannen die
aan een tafel zitten met zes getallen, een beker en een dobbelsteen en heul
veul geld. Wat dit is, komen we later achter. Er wordt eten klaargemaakt, er is
drank te koop, grogue, ponche, wat je maar wil.
het 'restaurantje' waar je van alles kunt krijgen |
je vraagt je af of deze dorpsbewoners op 'al die drukte' zitten te wachten :-) |
Aan het eind van het dorp is de
kerk. De deur staat open en we nemen een kijkje. Santo Antonio staat op een
draagbaar op de banken voor in de kerk. Daarachter staat Fatima op een
draagbaar. Fatima hoort in deze kerk, Santo Antonio komt van Villa das Pombas,
het dorp aan de kust. Een jongeman, die Frans praat, probeert het ons allemaal
uit te leggen, maar mijn Frans is niet zo goed. Met wat handen en voeten, en
soms ook een Engels woord, komen we een heel eind. Vanavond, rond een uur of
negen is er een dienst en daarna wordt Fatima in een processie rondgedragen. Of
Santo Antonio ook mee mag en waar ze heen gaan? Dat onderdeel begrijpen we
helaas niet. Het is nu nog maar rond 5 uur, zullen we later teruggaan om te
kijken? We weten het nog niet.
We lopen een stukje het dorp uit, even rust, hier is de
harde muziek niet te horen. Langs de kant van de weg zitten mensen uit te
rusten of even bij te komen, gezellig bij te kletsen, net als ons zoeken ze
even de stilte op. Dan komt er een man op me afgelopen. Hij begint een heel
verhaal in het creools, waar ik niets van begrijp. Het enige wat ik denk te
snappen is ‘fille’, wat dochter betekent? Hij wijst naar een vrouw die op het
muurtje zit. Zou hij op de foto willen met haar? Hij heeft me foto’s zien nemen.
Als ik mijn camera tevoorschijn haal, knikt hij, ja, hij wil op de foto. En die
maak ik met plezier, uiteraard moet het resultaat nadien ook bekeken worden, de
foto wordt goedgekeurd.
de meneer (derde van rechts) wilde met zijn dochter op de foto |
Weer terug in het feestgedruis worden we uitgedaagd mee te
doen aan het mysterieuze spel met de 6 cijfers, een dobbelsteen, een beker en
heul veul geld. Het plan is als volgt, je legt een centje op een nummertje, de
man schudt de dobbelsteen in de beker en als je goed gegokt hebt, dan…. tja,
dan… geen idee, helaas twee keer misgegokt…
We rijden terug naar huis waar we tot zonsondergang genieten
van ons nieuwe uitzicht. Morgen weer een dag, eerst maar eens een overheerlijk
tukje doen (en nee, we zijn dus niet teruggegaan voor de rondgang van Fátima).
Truste!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten