Hier zit ik dan, in een prachtig koloniaal hotel in Mindelo
met een snorrende zwart-witte huiskat aan mijn voeten. Wat kan het leven toch heerlijk
zijn.
We zijn weer terug in Sao Vicente, vanmorgen met de ferry
vertrokken van Porto Novo op Santo Antao naar Mindelo. Morgen vliegen we door
naar het eiland Santiago (als het toestel tenminste vertrekt, de vlucht is verzet
en we weten nog niet hoe laat we vertrekken).
Gisteren hebben we een hele bijzondere middag gehad. Ik heb
wat schroom om erover te vertellen, omdat we op bezoek geweest zijn bij mensen
die weer mensen in Nederland kennen. Ik wil niet hun persoonlijke leven op ‘the
world wide web’ gooien. Maar ook schroom omdat het zo’n bijzondere middag was,
dat kan ik nooit in woorden vatten.
Gisterenochtend hebben we heerlijk buiten gezeten op ons
terras voor ons huisje. In de schaduw van de enorme guave-boom waarna ons
huisje vernoemd is. Een briesje maakt het nog aangenamer. Kopje thee en een
goed boek erbij, wat heeft een mens nog meer nodig?
Aan het eind van de ochtend zijn we richting Ribeira Grande
vertrokken. Hier wonen Gil en zijn vrouw, de zwager en schoonzus van hele goede
bekenden van ons. Ze wachten op ons in Rua d’Horta, een groen huis naast een
kapsalon. Wij dachten het makkelijk te vinden, omdat we een kaartje van Ribeira
Grande hadden, maar het kaartje klopte niet, de Rua d’Horta was een hele andere
straat. Toen we voor de kerk aan wat jongelui vroegen waar de straat dan wel
was, keken ze ons even verbaasd aan. Gelijk zei er eentje iets op zijn
Kaapverdiaans, waar ik wel de naam ‘gigi’ in hoorde, de (bij)naam van onze
vriend in Nederland. Ik knikte gelijk ‘ja’ en de jongen gebaarde ons te volgen.
Hij liep voorop, wij met de auto erachter aan. Uiteindelijk kwamen we aan bij
een oranje pand met een groene deur (ahum, Gigi). De familie stond al op ons te
wachten.
Een kwartiertje later zitten we weer in de auto, we volgen
een grote pickup, waar het erg gezellig is, de muziek schalt uit de boxen en er
wordt luid gelachen. Vrienden van Gil en zijn vrouw zijn ook mee. Het is vijf
minuten rijden naar een plantage, daar is hun ‘buitenverblijf’ met een
zwembadje. De lunch is mee in koelboxen en tassen.
de grogue staat klaar |
en heerlijk fruit, uit eigen plantage!! |
En inderdaad, we zitten nog niet of de grogue staat al op
tafel. Het converseren gaat niet vanzelf. Gil spreekt een heel klein woordje
Engels, zijn vrouw alleen maar Kaapverdiaans, een vriend van Gil spreekt wat
beter Engels en wat Frans, zijn vrouw, Nilza, spreekt heel goed Frans en ook wat
Engels. Al met al lukt het goed om een gesprek te voeren, soms met meerdere
talen in één zin.
heerlijke inktvis als appetizer! |
het frituren van de vishapjes |
Na wat ‘appetizers’ zoals
inktvis en een gefrituurd vishapje (de ‘echte’ lunch komt later) wordt ik door
de dames uitgedaagd om ‘ksing-ksong’ te spelen. Je schrijft dit vast heel
anders dan ik doe, maar zo spreek je het ongeveer uit. Een kaartspelletje. De
spelregels zijn helder en na een half spelletje heb ik in de gaten hoe het
werkt. We lachen heel wat af met z’n drieën, je hoeft elkaars taal niet te
spreken om de grootste lol te hebben.
Het zwembad is duidelijk een mannenaangelegenheid, terwijl
de dames ‘ksing-ksong-en’, gaan de heren te water. Echt gespetterd wordt er
geloof ik niet, of misschien was ik te geconcentreerd op mijn kaarten. Want ja,
ik wilde natuurlijk niet onderdoen voor deze geoefende ‘ksing-ksong-atleten’.
En ik heb ze onder tafel gespeeld, ja ja, de tweede keer met glans gewonnen!!
'Viky'... dat ben ik :-) |
Daarna wordt het tijd voor de ‘lunch’, het is inmiddels eind
van de middag. De dames duiken weer de buitenkeuken in en eigenlijk staat
binnen no-time het eten op tafel. Héééérlijke kreeft, zoete aardappel, salade,
jammie!
De gesprekken verlopen inmiddels wat moeizamer, de grogue en
de wijn hebben het vermogen om Engels te spreken wat aangetast ;-). Maar wij
doen wat meer ons best om wat Franse en Portugese woorden op te pikken en weer
lukt het om elkaar te begrijpen.
En wat een lol hebben we vandaag toch, wat dat betreft
kunnen wij nog heel veel van deze mensen leren. We voelden ons een kleine
beetje familie, we hoorden er heel eventjes gewoon bij. Wat een warmte stralen
ze uit, alsof we elkaar al jaren kennen. Wat bijzonder om een middag te zijn
met mensen die hier wonen. Mensen ook die hun hele familie overal en nergens
hebben wonen. Een zus en zwager in Rotterdam, kinderen die in Brazilië
studeren. Een dochter die op Sal (een ander Kaapverdiaans eiland) woont, een
dochter in Luxemburg. En dit is vast nog maar het puntje van de ijsberg. Je zal
je 18-jarige dochter maar zien vertrekken om te gaan studeren in Brazilië, oef…
Ze zijn niet de enige in Kaapverdië, er wonen en werken meer Kaapverdianen
buiten dan in Kaapverdië.
Net als het nog niet helemaal pikkedonker is, nemen we
afscheid. Kunnen we nog met een klein beetje avondlicht terugrijden naar onze
lodge. Van Sous krijg ik een extra warme abraço, voor haar zus Filo in
Nederland of ik hem aan haar door wil geven. Geëmotioneerd verlaat ik de
plantage, ik denk dat ik een heel klein beetje begrip krijg van de betekenis
van ‘sodade’…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten