zaterdag 16 mei 2015

Sodade?

Hier zit ik dan, in een prachtig koloniaal hotel in Mindelo met een snorrende zwart-witte huiskat aan mijn voeten. Wat kan het leven toch heerlijk zijn.


We zijn weer terug in Sao Vicente, vanmorgen met de ferry vertrokken van Porto Novo op Santo Antao naar Mindelo. Morgen vliegen we door naar het eiland Santiago (als het toestel tenminste vertrekt, de vlucht is verzet en we weten nog niet hoe laat we vertrekken).

Gisteren hebben we een hele bijzondere middag gehad. Ik heb wat schroom om erover te vertellen, omdat we op bezoek geweest zijn bij mensen die weer mensen in Nederland kennen. Ik wil niet hun persoonlijke leven op ‘the world wide web’ gooien. Maar ook schroom omdat het zo’n bijzondere middag was, dat kan ik nooit in woorden vatten.

Gisterenochtend hebben we heerlijk buiten gezeten op ons terras voor ons huisje. In de schaduw van de enorme guave-boom waarna ons huisje vernoemd is. Een briesje maakt het nog aangenamer. Kopje thee en een goed boek erbij, wat heeft een mens nog meer nodig?

Aan het eind van de ochtend zijn we richting Ribeira Grande vertrokken. Hier wonen Gil en zijn vrouw, de zwager en schoonzus van hele goede bekenden van ons. Ze wachten op ons in Rua d’Horta, een groen huis naast een kapsalon. Wij dachten het makkelijk te vinden, omdat we een kaartje van Ribeira Grande hadden, maar het kaartje klopte niet, de Rua d’Horta was een hele andere straat. Toen we voor de kerk aan wat jongelui vroegen waar de straat dan wel was, keken ze ons even verbaasd aan. Gelijk zei er eentje iets op zijn Kaapverdiaans, waar ik wel de naam ‘gigi’ in hoorde, de (bij)naam van onze vriend in Nederland. Ik knikte gelijk ‘ja’ en de jongen gebaarde ons te volgen. Hij liep voorop, wij met de auto erachter aan. Uiteindelijk kwamen we aan bij een oranje pand met een groene deur (ahum, Gigi). De familie stond al op ons te wachten.

Een kwartiertje later zitten we weer in de auto, we volgen een grote pickup, waar het erg gezellig is, de muziek schalt uit de boxen en er wordt luid gelachen. Vrienden van Gil en zijn vrouw zijn ook mee. Het is vijf minuten rijden naar een plantage, daar is hun ‘buitenverblijf’ met een zwembadje. De lunch is mee in koelboxen en tassen.

de grogue staat klaar

en heerlijk fruit, uit eigen plantage!!

En inderdaad, we zitten nog niet of de grogue staat al op tafel. Het converseren gaat niet vanzelf. Gil spreekt een heel klein woordje Engels, zijn vrouw alleen maar Kaapverdiaans, een vriend van Gil spreekt wat beter Engels en wat Frans, zijn vrouw, Nilza, spreekt heel goed Frans en ook wat Engels. Al met al lukt het goed om een gesprek te voeren, soms met meerdere talen in één zin.

heerlijke inktvis als appetizer!

het frituren van de vishapjes

Na wat ‘appetizers’  zoals inktvis en een gefrituurd vishapje (de ‘echte’ lunch komt later) wordt ik door de dames uitgedaagd om ‘ksing-ksong’ te spelen. Je schrijft dit vast heel anders dan ik doe, maar zo spreek je het ongeveer uit. Een kaartspelletje. De spelregels zijn helder en na een half spelletje heb ik in de gaten hoe het werkt. We lachen heel wat af met z’n drieën, je hoeft elkaars taal niet te spreken om de grootste lol te hebben.




Het zwembad is duidelijk een mannenaangelegenheid, terwijl de dames ‘ksing-ksong-en’, gaan de heren te water. Echt gespetterd wordt er geloof ik niet, of misschien was ik te geconcentreerd op mijn kaarten. Want ja, ik wilde natuurlijk niet onderdoen voor deze geoefende ‘ksing-ksong-atleten’. En ik heb ze onder tafel gespeeld, ja ja, de tweede keer met glans gewonnen!!


'Viky'... dat ben ik :-)


Daarna wordt het tijd voor de ‘lunch’, het is inmiddels eind van de middag. De dames duiken weer de buitenkeuken in en eigenlijk staat binnen no-time het eten op tafel. Héééérlijke kreeft, zoete aardappel, salade, jammie!






De gesprekken verlopen inmiddels wat moeizamer, de grogue en de wijn hebben het vermogen om Engels te spreken wat aangetast ;-). Maar wij doen wat meer ons best om wat Franse en Portugese woorden op te pikken en weer lukt het om elkaar te begrijpen.

En wat een lol hebben we vandaag toch, wat dat betreft kunnen wij nog heel veel van deze mensen leren. We voelden ons een kleine beetje familie, we hoorden er heel eventjes gewoon bij. Wat een warmte stralen ze uit, alsof we elkaar al jaren kennen. Wat bijzonder om een middag te zijn met mensen die hier wonen. Mensen ook die hun hele familie overal en nergens hebben wonen. Een zus en zwager in Rotterdam, kinderen die in Brazilië studeren. Een dochter die op Sal (een ander Kaapverdiaans eiland) woont, een dochter in Luxemburg. En dit is vast nog maar het puntje van de ijsberg. Je zal je 18-jarige dochter maar zien vertrekken om te gaan studeren in Brazilië, oef… Ze zijn niet de enige in Kaapverdië, er wonen en werken meer Kaapverdianen buiten dan in Kaapverdië.


Net als het nog niet helemaal pikkedonker is, nemen we afscheid. Kunnen we nog met een klein beetje avondlicht terugrijden naar onze lodge. Van Sous krijg ik een extra warme abraço, voor haar zus Filo in Nederland of ik hem aan haar door wil geven. Geëmotioneerd verlaat ik de plantage, ik denk dat ik een heel klein beetje begrip krijg van de betekenis van ‘sodade’…

Geen opmerkingen: