Maio, het eiland waar je je brood nog bij de bakker haalt,
de vis op de vismarkt, de groente en fruit op de ‘gewone’ markt en de ‘rest’ in
de supermarkt. Eitjes koop je per stuk en krijg je mee in een zakje. Het eiland
met prachtige (lege) stranden, lieve kleine dorpjes, onbevangen bewoners en
een, door de slechte toegankelijkheid, enkele toerist. Deze ochtend gaan we
Maio verlaten. Hopelijk keren we nog eens terug, het vertoeven is hier zeer
aangenaam.
Stephen komt ons vanmorgen ophalen, althans, hij wil met ons
meerijden naar de luchthaven. In onze oranje huurauto. Wat natuurlijk helemaal
geen huurauto is, het is ‘gewoon’ een auto van iemand van hier die je voor twee
dagen kan gebruiken. Geen huurcontract, geen formulier waarop je reeds
aanwezige schade aantekent, nada. Het was Erik al opgevallen dat (behalve alle
andere mankementen) de radiator lekte. Maar ach, zoveel water raakten we niet
kwijt (volgens hem). Dan horen we vanmorgen vroeg ineens een gek geluid, we
worden er wakker van. Het klinkt alsof er iemand aan ‘onze’ auto zit!? Erik
rent uit z’n bed en kijkt door het raam. Hij schiet in de lach, hij ziet
Stephen met een emmertje water boven de motor hangen. Hij weet natuurlijk ook
dat de auto die hij ‘verhuurt’ een kapotte radiator heeft en vult hem blijkbaar
elke ochtend voor ons bij. Zo grappig dit.
We hobbelen naar de luchthaven, waar drie auto’s geparkeerd
staan. ‘Another busy day at the airport’ zegt Stephen, zijn Engelse achtergrond
niet verloochenend. Hij zegt dat er normaliter zo’n 15 á 25 passagiers
vertrekken. En dat twee maal per week, op dinsdag en vrijdag.
another busy day at the airport |
We kunnen direct
inchecken, rij 13, ai, als dat maar goed gaat. De bar is open en we genieten
van een bakje koffie als er ineens twee, nee, maar liefst vier busjes aan komen
rijden. Er springt een meer dan compleet voetbalelftal uit! Het nationale team
van Maio (??), op weg naar verre oorden. De ogen van de dame van de beveiliging
worden groter en groter, maar de wanhoop maakt al snel plaats voor berusting. Uiteindelijk
zit het hele toestel gewoon vol, zo’n 75 mensen verlaten Maio.
Op Praia airport nemen we de taxi naar het Pesto Trópico
Hotel. Daar zit de Hertz en we zouden graag een auto huren. En er schijnt wifi
te zijn, kunnen we ook onze mail weer eens checken. De taxichauffeur is een
jonge vent. In de kofferbak ontwaar ik een voetbaalsjaal. Ik doe een gok, ik
roep ‘Benfica?’ (ik geloof dat heel Cabo Verde fan is van Benfica, je komt het
werkelijk overal tegen). Glanzende ogen en een mond vol mooie witte tanden
lachen me toe, hij pakt de sjaal en begint de juichen alsof hij in een stadion
zit. Het ijs is gebroken, hij brabbelt onderweg heel wat af. Hij wil ons vooral
overal mee naar toe nemen in zijn taxi. We slaan zijn aanbod vriendelijk af.
In het hotel lopen we naar de Hertz balie. Er komt een
redelijk geschrokken receptionist van het hotel naar ons toegerend. Komen we
voor de Hertz? Jazeker! We willen een auto huren. Hij legt uit dat er nu
niemand is, maar dat hij gelijk gaat bellen, het gaat vijf minuten duren. We
settelen ons op (of is het ‘in’?) de zachte bank die in de hal staat. We zitten
prima, het wifi werkt goed, laat ons maar even wachten. Dan gebaart hij, hij
heeft ‘de man van Hertz’ aan de telefoon en die wil ons graag spreken. Of ik
een auto wil huren, jazeker! Maar ja, hij heeft er vanmiddag pas eentje beschikbaar,
om drie uur. Een Ford Fiesta. Maar wij willen graag op avontuur en dat lukt
niet in een Fiesta, we willen minimaal een Jimny 4x4, dan kunnen we leuk
richting kust de dorpjes af. Hij heeft deze auto wel, maar pas morgenochtend om
9 uur. Okay dan, we hebben ook helemaal geen haast, we zijn hier nog tot
woensdag, we komen morgen terug.
We besluiten nog even in het hotel te blijven. Er is een
leuke bar, we drinken nog het een en ander, checken de mail, werken het blog
bij en blijven ook nog voor de lunch. Daarna nemen we een taxi richting Barrio.
De taxist kijkt wat verbaasd, Barrio? Jazeker! Hij vraagt bij een kruising of
we links of rechts moeten, tja, weten wij veel. Ik weet wel dat wij bij de
Sucupira markt de wijk ingaan, de heuvel op, dus ik roep ‘Sucupira’ en maakt
een beweging met mijn handen omhoog. De man knikt, hij snapt het gelukkig. En
vanaf dat punt weten wij dan weer de weg, zonder problemen worden we afgezet
bij ‘ons’ appartement. We zijn weer thuis. Grappig hoe snel je je thuis kunt
voelen in een vreemde stad.
Later op de dag lopen we richting supermarkt, deze is echt
heel dichtbij, nog geen 5 minuten lopen. We kopen wat vers brood en fruit. Veel
meer hebben we niet nodig. Als we teruglopen, zie ik dat de moeder varken met
haar kleintjes op pad is. Vanuit het keukenraam kijken we op hen neer, maar ze
zitten wat verstopt achter een klein gebouwtje. Maar nu niet, de familie is aan
de wandel. Moeder kijkt me argwanend aan, de kleintjes lopen op me af,
nieuwsgierig als ze zijn. Het moedervarken wendt haar blik af, ze snapt vast
dat ik te vertrouwen ben. Het is echt heel leuk, het is erg aandoenlijk om de
biggetjes te zien spelen. Dan ‘hotel-de-botelen’ ze over elkaar heen, net als
jonge hondjes, echt heel lief.
Na twee stappen zien we ook gelijk hun waarschijnlijke eindbestemming.
De dame van de caravan die hier in de straat staat, en dient als bar/kantine,
wenkt naar ons en komt met een teil op ons afgelopen. Ze vraagt of we er iets
van willen. Als we in de teil kijken zien we stukken vlees, gegaard, wat zou
het zijn? Dan ontwaren we in de teil een stuk wang met het oor er nog aan. Het
is varkensvlees, we wijzen naar het varken en ze lacht, ja, het is inderdaad
varkensvlees. Niet dat we vegetariërs zijn, maar we wijzen het aanbod
vriendelijk af. Misschien als ze nog eens cachupa maakt, dan zijn we wel
geïnteresseerd J.
In het appartement maken we van ons gekochte brood een
beetje toast, oventje aan, lekker hoor. De was hangt inmiddels te drogen. We
beleggen de toast met de heerlijke geitenkaas uit Santo Antao. Biertje en
boekje erbij, genieten…
’s Avonds gaan we naar Quintal da Musica, afgelopen maandag
hebben we gereserveerd voor vanavond, want vrijdag is het hier ‘the place to
be’. De taxi van Lando staat niet voor het huis, we kloppen aan, we mogen
binnenkomen. Zijn vrouw belt hem op, hij komt eraan. Ondertussen kijken we met
z’n drieën naar het Kaapverdische nieuws. Als het te lang duurt (niet voor ons,
maar voor zijn vrouw), belt ze hem nogmaals op. Ze is niet echt vriendelijk
voor hem, we hebben het niet verstaan, maar hebben wel zo’n idee wat ze gezegd
moet hebben.
In Quintal da Musica zit de zaak inderdaad helemaal vol. De
band begint om half 10 en het is waarlijk genieten. Topmuzikanten op vrijdag!
En dan zitten er ook nog een aantal goede zangers en zangeressen tussen het
publiek die af en toe mee doen. Erg gezellig, zonder pauze wordt er gespeeld
tot 12 uur stipt. Mocht er iemand nog eens in Praia terecht komen, dan is dit
zeker een aanrader!!
aan de wand van het restaurant hangen allemaal Kaapverdische artiesten |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten