Vandaag een dagje historie! Heerlijk, ik ben gek op
geschiedenis. Eerst halen we onze huurauto op, hij zit rondom in de krassen en
kleine deukjes, maar het is niets in vergelijking met ons oranje monster op
Maio. Halverwege de ochtend snorren wij over Santiago’s wegen richting Cidade
Velha, ‘de oude stad’.
Het verhaal is als volgt, toen de Portugezen hier aan land
kwamen, zagen ze bij Cidade Velha een vruchtbare vallei/rivierbedding en
besloten zich daar te vestigen. Ze noemden het ‘Ribeira Grande’. Ze vergaten
echter dat Santiago nog een andere plaats had waar makkelijk aan land te komen
is, namelijk het huidige Praia. De piraten hadden dat dus ook door, dus in
plaats van een aanval via het water, kwamen de piraten in Praia aan land en
vielen Ribeira Grande vanuit het binnenland aan. Dit is tot twee maal toe gebeurd,
in 1712 is Ribeira Grande compleet verwoest en is er een nieuwe hoofdstad
gebouwd, het huidige Praia.
Cidade Velha is sinds een aantal jaren een World Heritage
Site. Boven de stad torent een groot fort, wat prachtig gerestaureerd is. De
Rua de Banana is de eerste weg die hier aangelegd is. Cidade Velha is de eerste
koloniale nederzetting buiten Europa.
Maar goed, we starten bij het fort. Het is niet druk, er
zijn nog twee toeristen, die net weg gaan. Een jongeman vertelt ons over de
geschiedenis. Hoe de eerste Portugezen hier aan land kwamen. Dat ze hun schepen
vanuit Portugal vol hadden geladen met zandsteen als ballast, zodat ze daarna
de slaven konden vervoeren. Hoe de kanonnen en de kogels en het kruit uit
Engeland kwamen. Hoe deze kanonnen aan land kwamen en door de slaven naar boven
zijn gesjouwd. Hoe de cellen eruit zagen voor de slaven en voor de ‘witte’
mensen. Hij vertelt waar de markt was voor de slaven. Waar de slaven afgeranseld
werden. Hoe de slavenhandel tot stand kwam. Dat het ook ‘de schuld’ is van de
Afrikanen die stammenoorlogen voerden, de winnaars verkochten de verliezers
daarna als slaven. Hij vertelt over de onafhankelijkheid, dat dit nog maar 40
jaar geleden tot stand is gekomen. Over de betekenis van de vlag, 10 sterren
voor elk eiland, wit voor vrede, blauw voor de zee en de lucht en rood voor het
vergoten bloed. Hij vertelt dat hij zelf uit Cidade Velha komt, hij vertelt dit
met trots. En ik… ik heb de neiging me elke keer te verontschuldigen voor wat
de slaven is aangedaan. Ik weet niet waarom, ik weet eerlijk gezegd weinig van
de slavenhandel, ik ken geen achtergronden, behalve dat het ‘fout’ was en dat
deze mensen verschrikkelijk zijn uitgebuit. En dat onze sinterklaasdiscussie
hiermee te maken heeft. En toch ligt elke keer het woordje ‘sorry’ op het
puntje van mijn tong… Het schijnt dat de Nederlanders een paar dagen na de
Portugezen aankwamen op Santiago, iets te laat dus. Ik weet niet of ze hier
beter af geweest waren met de Nederlanders, ik vrees van niet.
de vruchtbare vallei waar de Portugezen zo voor vielen |
de cellen in het fort, links voor de slaven, de grotere rechts voor de 'witte' mens |
Beneden in het stadje zelf lopen we door Rua de Banana. De allereerste straat van de allereerste koloniale nederzetting buiten Europa.
Het
pleintje rondom de Pelourinho (de slavenzuil) ligt nu vol met prullaria. Vooral
Afrikaanse verkopers proberen je hier van alles aan te smeren. Ze gebruiken
rare grapjes waar ik niet van hou. Ze gebruiken een paar Nederlandse woorden,
omdat we gezegd hebben dat we uit Nederland kwamen. Volgende keer zeggen we dat
we in Timboektoe wonen. Waar hier vroeger de slavenmarkt was, is nu een
souvenirmarkt, het is (nog steeds) een onaangename plaats.
het pleintje met de slavenzuil |
We drinken wat aan het water, we kijken op een klein strandje waar kinderen voetballen en aan het zwemmen zijn.
Later in de middag brengen we een bezoek aan het klooster,
waarvan de kerk herbouwd is, het klooster zelf is een ruïne, in een deel staan
zelfs koeien. Het is wel een prachtige plek. Het was ooit een opleidingscentrum
voor de Franciscaner monniken. Ook allemaal verwoest in 1712.
het klooster |
We zien de ruïnes van een pas ontdekte kerk. Tot een aantal
jaren terug is gedacht dat het witte kerkje hier, wat nog steeds elke zondag
vol zit, het oudste kerkje van Cabo Verde en zelfs van ‘Afrika beneden de
Sahel’ was. Maar dat blijkt niet zo te zijn, dankzij deze ontdekking. Er wordt
hier nog volop onderzoek gedaan, er blijken 1000 mensen begraven te zijn onder
de kerk, terwijl er in de hoogtij dagen hier 1500 tot 2000 mensen woonden. Het
gebied is afgezet met een rood/wit lint, maar je kan er gemakkelijk overheen
stappen. We doen het niet.
prachtige, waarschijnlijk originele, tegels uit de oudste kerk van Kaapverdie en 'Afrika beneden de Sahel' |
We bezoeken de kathedraal, die vlakbij de zee staat. Een
enorm gebouw moet dit geweest zijn, er is niet veel meer van over. Ooit waren
er plannen, maar geen geld. Toen is het plan gewijzigd en zou er een kleinere
kathedraal gebouwd worden. Maar de bisschop die dit moest uitvoeren, had hier
niet zoveel zin in en kreeg het voor elkaar om het oorspronkelijke ontwerp te
bouwen. Zo’n 20 jaar later verwoestten de piraten het hele gebouw en werd de
stad verlaten.
ruines van de ooit kolossale kathedraal |
Het is heel interessant om wat van de geschiedenis van Cabo
Verde te leren. Voordat de Portugezen hier aan land kwamen, was er niets,
woonden er geen mensen, groeide er geen fruit en geen suikerriet. De bevolking
van Cabo Verde is ontstaan door de ‘mix’ van Portugezen en Afrikanen (slaven)
en de vegetatie is overgebracht uit ‘de nieuwe wereld’. Ik moet me echt eens
verdiepen in dit deel van de wereldgeschiedenis.
’s Avonds besluiten we lekker ‘thuis’ te blijven. Bij de
supermarkt hebben we lasagne gehaald (we kunnen even geen vis meer zien J) en Erik warmt de oven
alvast voor. Dan gaat de deurbel, de overbuurvrouw Gisela. Ze vraagt of we een
biertje komen drinken. Ach ja, waarom niet? Gezellig! We zetten de oven uit,
drinken een biertje bij de buuv en eten dan wel wat later. Tenminste, dat
dachten we. Bij Gisela is het gezellig en het is duidelijk dat het niet bij één
biertje blijft. Dat ik geen bier lust, vind ze maar raar, gelukkig heeft ze ook
sap in huis. Er zijn allemaal vrienden over, de muziek op de tv staat hard, er
wordt regelmatig meegezongen en gedanst. Gisela leert ons dansen, ze legt uit
dat je goed moet luisteren naar de muziek, dat het dan naar je hart zakt en dat
het dansen dan vanzelf gaat. Oef, als Nederlandse stijve harken begrijpen we
dat wel, maar het uitvoeren is nog een heel ander verhaal. Haar vrienden zijn
superaardig en sommige spreken goed Engels. Sterker nog, zijn blij dat ze eens
Engels kunnen praten, daar krijgen ze op Kaapverdië weinig kans toe, het is
voor hen lastig om het Engels een beetje op peil te houden. Wij krijgen aan de
andere kant de kans om vragen te stellen over Cabo Verde, over de gebruiken,
over de taal en de mensen. We vragen hoe het toch komt dat iedereen hier fan is
van Benfica. Ze zegt dat het met de paplepel is ingegoten, je hebt gewoon geen
keus. Maar hoe kan dat dan? Benfica is Portugal, de overheerser, de
Kaapverdianen die zo hard gestreden hebben voor onafhankelijkheid (en dus tegen
Portugal) en toch zo gek zijn van Portugese dingen? Ze knijpt even haar ogen
samen en zegt dan: ‘I love Portugal, but I don’t like Portugese people’. Ze
maakt dus een onderscheid tussen het land Portugal en de mensen die er wonen. Ik
moet dit eens even laten bezinken.
Dat plan met de lasagna is niets geworden. Het was gezellig
en vrij laat voor we weer thuis waren. Een complete onderdompeling in het
Kaapverdische ‘Morabeza’, heerlijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten