dinsdag 24 november 2015

Wonderen der liefde...

Vanmorgen weer op pad naar het RCFC, het is even uitproberen hoe lang ik er over doe vanaf mijn nieuwe locatie, maar ik sta binnen het uur op het terrein. De helft van het personeel is er nog niet, ha ha, zo vroeg ben ik.

De harde werkers Alok en Kakali zijn er al. Alok praat me bij, er is het afgelopen jaar veel gebeurd in het RCFC, renovaties van gebouwen, nieuw röntgenapparaat, een c-arm voor operaties, etc. etc. Zijn harde werk werpt zijn vruchten af. Door het jaar heen zijn er altijd zo’n 30 kinderen in het centrum, dit is veel meer dan hiervoor. Ook veel meer jonge kinderen, want hoe eerder een vergroeiing geopereerd wordt, hoe beter het is. Petje af voor Alok en Kakali!

Ze vertellen over een groep Afghaanse kinderen die halverwege december komen. Alok fronst zijn voorhoofd, hij maakt zich zorgen. Het zijn 18 kinderen en 15 moeders. Ze spreken een dialect van Urdu en er komen vertalers mee, dus dat zal het probleem niet zijn. Maar waar maakt hij zich dan zorgen om? Er komen hier wel vaker grotere aantallen in één keer binnen… Het is het eten. Volgens Alok eten Afghaanse mensen alleen maar kebab, hij zegt het woord ‘kebab’ op een grappige manier met de klemtoon net even anders. En dat zijn ze hier niet gewend om te eten, sterker nog, ik denk dat ze in het RCFC alleen maar vegetarische maaltijden maken. Dat wordt nog wat straks J.

Ik doe met Kakali een rondje door de ziekenzaal. De kinderen die afgelopen vrijdag nog zo zenuwachtig waren, zitten nu lachend in hun bed. Ik heb een tas vol speelgoed bij me. Arifa blijkt vandaag jarig! We zingen voor haar en zij mag als eerste uit de tas kiezen. 


Daarna komt Ramjan, hij heeft een erg pijnlijke nabehandeling, elke dag worden zijn pinnen ietwat uit elkaar geschroefd, oef, mijn maag draait om als ik er aan denk. Maar ook hij lacht weer, al gaat het soms wat moeizaam. Hij kiest een puzzel uit en begint er meteen aan.



de kleine Gopal kiest voor een zachte knuffel
Als we het RCFC uitlopen, vraag ik Kakali hoe het toch komt dat er hier altijd van die lieve kinderen zijn. Want heus, er lopen in India natuurlijk ook gewoon vervelende kinderen rond, maar die zijn nooit hier. Al snel komen we tot de conclusie dat het sleutelwoord ‘liefde’ is. Deze kinderen komen uit de arme lagen van de bevolking. Door hun handicap worden ze thuis niet echt gewaardeerd en zijn ze eigenlijk maar lastig. Maar hier, hier krijgen ze alle aandacht en liefde, van iedereen, van personeel én bezoekers. En als hun moeder meekomt (dat gebeurd bij kinderen tot ongeveer 3 jaar), heeft die ook alle tijd voor ze, dat is ook heel wat anders dan thuis, waar iedereen altijd maar aan het werk is. Mensen van het RCFC, jullie zijn allemaal kanjers, love rules!

Geen opmerkingen: