Als we wakker worden is het al tien uur, oeps… Eigenlijk
hadden we nog wel plannen vanmorgen, maar de afgelopen twee dagen (eigenlijk de
hele week) waren best vermoeiend (ik word ook een dagje ouder ;-)) en blijkbaar
was de extra slaap nodig. Ook Erik zit nog volop in zijn jetlag en kon wel wat
uurtjes slaap gebruiken. Op het gemak maken we ons ontbijtje, drinken nog een
extra bakje thee en laten de ochtend heerlijk voorbij glijden. We moeten ons
eigenlijk nog haasten om om kwart over 12 op tijd bij onze lunchafspraak te
zijn, ha ha.
Na de uiterst gezellige lunch met Maura (wat ga ik haar
missen!) mogen we met haar meerijden tot bij de Park Street Cemetary. Erik is
hier nog nooit geweest en het is ook een heerlijk rustige plek én het is er ook
nog eens prachtig, er hangt een fijne sfeer. We wandelen langs de oude Engelse
graven, sommige enorm groot. Veel jonge vrouwen en kinderen zijn hier begraven,
volgens een boekje over de begraafplaats was de gemiddelde levensverwachting
van overgekomen vrouwen en kinderen 2 ‘monsoons’.
eekhoorntjes bij de huisjes van de mensen die op de begraafplaats wonen |
Sinds de lessen van Bauke van der Pol weet ik dat er hier
ook een Nederlander begraven ligt, de heer Hessing, een zoon van de ‘beroemde’
Hessing die vlakbij Agra begraven ligt in een mini-Taj Mahal (het kan ook de
kleinzoon zijn, dat ben ik even kwijt). Bij de ingang van de begraafplaats kan
je vragen naar bepaalde graven, maar we hebben niet zoveel tijd vanmiddag en ik
besluit het niet te doen, we komen hier vast nog wel eens een andere keer. Maar
al rondzwervend over de begraafplaats, staan we toch ineens onder de koepel van
het grafmonument van Hessing!
het grafmonument van Hessing |
We lopen weer terug naar ons appartement. Morgen gaan we
alweer weg, we reizen dan door naar Varanasi, dus de koffer moet weer ingepakt.
Aan het eind van de middag pinnen we nog een keer (de rijen worden gelukkig
steeds korter) en lopen we naar onze tweede eetafspraak van vandaag. Rosalie
zit bij Fire and Ice al op ons te wachten als we aan komen lopen.
Later op de avond lopen we terug naar huis. Aan de overkant
van de straat staat een rij bij een pinautomaat, we lopen erheen om nogmaals te
pinnen. Hier zitten twee banken naast elkaar, maar er is maar één pinautomaat
mét geld. Als we aansluiten bij de rij, zien we eigenlijk pas dat Brinks op
straat staat, de andere pinautomaat wordt momenteel bijgevuld. We knipperen nog
een keer met onze ogen en de rij voor ons verschuift in één keer naar de andere
automaat die zojuist open gaat. Zo grappig, ineens staan we dus vooraan, ik
maak een huppeltje van blijdschap, de mannen in de andere rij lachen. In de
automaat krijgen we voor het eerst de nieuwe 2000 roepie biljetten, nu snappen
we ook waarom de rij zich verplaatste, in Calcutta kan je deze biljetten
nergens kwijt, omdat niemand (nog) wisselgeld heeft. Wij zijn er blij mee,
scheelt een pakket biljetjes en wij kunnen er straks in Varanasi ons guesthouse
mee betalen (daar hopen we tenminste op).
Al met al heb ik de afgelopen 10 dagen best wat kunnen pinnen.
Met 2000 en later 2500 roepie per keer schoot het niet echt op en het heeft dan
ook heel wat uren in de rij gekost, maar al met al hebben we nu zo’n 50.000
roepie, waar we de komende 10 dagen vast wel van rond kunnen komen. Is een fijn
gevoel, want in Varanasi en Rishikesh schijnt de ‘geldsituatie’ nog lastiger te
zijn dan hier in Calcutta.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten