woensdag 30 november 2016

Een dagje uit ... (en de ontdekking van een 'nieuw' klooster)


We vinden het hier heerlijk, Rishikesh is rustig, er is genoeg te zien, je kan lekker aan de oever van de Ganges zitten en je kan hier heerlijk eten. Maar ja, ‘moeten’ we ook niet iets doen dan? Een yogalesje misschien? Ha ha, er is hier zoveel aanbod, dat de lust ons gewoon vergaat. In Varanasi hebben we twee heerlijk lessen gehad, laten we het daar maar bij houden. Dan een dagje uit. Er zijn diverse opties en we kiezen voor Clement Town, dat ligt net buiten Dehradun op een anderhalf uur rijden hier vandaan. Vluchtelingen uit Tibet zijn hier ooit neergestreken en er is een heel dorpje ontstaan, er is een klooster, een enorme stupa, we zijn nieuwsgierig.

Charlotte regelt een auto voor ons. Als we instappen verbaast de taxichauffeur zich erover dat we geen bagage bij ons hebben, huh? Hij vraagt waar we naar toe willen, maar als we dat zeggen, reageert hij heel warrig. Hij spreekt nauwelijks Engels. We roepen Calam (de eigenaar van ons guesthouse) erbij, ook hij vertrouwt het niet helemaal, hij zegt ons te bellen als het niet gaat zoals we verwachten.

We zijn nog geen vijf minuten weg of de taxichauffeur (die overigens sterk op Salman Rushdie lijkt) gaat aan het bellen. We begrijpen dat hij vraagt waar het klooster is. We horen elke keer ‘monastery’ in zijn praten. Na een kwartiertje met diverse mensen gesproken te hebben, zegt hij ‘acha’, wat zoveel betekent als ‘okay’. Het zal wel goedkomen.

Twee uur later staan we (na nog diverse keren gevraagd te hebben aan omstanders) inderdaad bij een Tibetaans klooster, hoera, het is gelukt! We lopen het terrein op naar de ‘main hall’ toe, die gesloten is. Ach ja, kan gebeuren. We draaien het enorme gebedswiel in de rondte en dan zien we een monnik aan komen lopen. Mét een sleutel! Hij doet een enorme gebedshal voor ons open. Wow! Wat een kleurenpracht, we mochten binnen geen foto’s maken, maar elke vierkante centimeter was beschilderd met prachtige Tibetaanse kunst. Het klooster was niet echt heel oud (uit 1992), maar wel heel mooi.



kijk eens hoe mooi de schakelaars 'weggewerkt' zijn in de schildering
Als we naar buiten lopen, gaat net de bel. De lunchpauze gaat beginnen. Rondom het klooster zijn allemaal scholen, we hadden de jonge monniken al in de klaslokalen zien zitten. Ze komen één voor één naar buiten gerend. Wij kijken om ons heen, er zou hier toch ook een enorme stoepa moeten zijn? De grootste ter wereld hadden we gelezen. Die zie je toch niet zomaar over het hoofd. We lopen op een enorme (hij lijkt de lachende boeddha zelf wel) monnik af. Hij spreekt gelukkig goed Engels. De stoepa die we zoeken is hier zo’n 20 kilometer vandaan… Onze chauffeur staat ook bij het gesprek en hij gebaart dat hij wel weet wat dat is. Off we go…

Inmiddels begrijpen we de verwarring. Waar we heen wilden gaan, noemt onze chauffeur ‘buddha’s temple’ en wij hadden gevraagd om ‘buddha’s monastery’. Nu is er ook een klooster bij de stoepa, maar blijkbaar weet hij dat niet. Maakt allemaal niet uit natuurlijk, nu hebben we dit klooster ook gezien, bij thuiskomst blijkt dat Charlotte en Camal niet eens van het bestaan afwisten.


We rijden door naar Clement Town, daar waar de stoepa is, het ligt ten zuiden van Dehradun. Als we aankomen is de stoepa inderdaad enorm. Er staan ook twee enorme boeddhabeelden bij én een enorm klooster én een aantal winkeltjes én een aantal restaurantjes. Dit is duidelijk een plek waar mensen een dagje naar toe gaan. Buiten de vele Indiase dagjesmensen, lopen er ook een aantal Tibetaanse mensen rond. Alsof we weer even in Ladakh zijn. Traditioneel gekleed, met hun gebedsmolen in de hand de stoepa rond.


het klooster



Achter het klooster horen we traditionele klooster ‘muziek’, dat wat ze tijdens hun gebeden gebruiken bij het chanten van teksten. We lopen naar het geluid toe en zien jonge monniken op een open veld. Ze zijn aan het oefenen, het valt ze duidelijk nog niet mee om geluid te krijgen uit de enorme soort klarinetachtige instrumenten. Leuk om te zien.



We lopen door naar het kleine restaurantje, lekkere momo’s, thukpa, het is genieten hier. Voor 200 roepies (ongeveer EUR 4,50) eten we ons buikje helemaal rond J.


huh?

We geven onze schoenen af bij de schoenenmeneer, voor 3 roepies (5 eurocent) per paar houdt hij ze in bewaring voor je. Op blote voeten gaan we verder. De enorme stoepa is inmiddels open en we mogen naar binnen. Ook hier mogen we geen foto’s maken, jammer hoor, het ziet er allemaal schitterend uit (letterlijk en figuurlijk trouwens).



Aan het eind van de middag brengt de chauffeur ons weer netjes thuis. Het is allemaal gelukt, gezien wat we wilden zien en zelfs een nieuw klooster ‘ontdekt’ J.


Geen opmerkingen: