De douanier stempelt mijn visum af. Ik heb nu officieel het
land verlaten. Ik ben op weg naar huis, na 38 dagen zit mijn reis erop. En als
ik heel eerlijk ben, had het best nog wel langer mogen duren.
We stijgen op, het is inmiddels avond, buiten zie ik de
lichtjes van een stad die nooit lijkt te slapen. In gedachte zie ik Maura achter
haar pc zitten, scrollend door facebook, met het vest van Erik aan. Vanmiddag
hebben we nog samen geluncht. We hadden nog wat dingen voor haar die we zelf
niet meer nodig hadden, waaronder boeken en wat kleding. We hebben haar verteld
dat ze het zelf mag houden of mag weggeven, wat ze wil. Als we op het vliegveld
zijn, stuurt ze een sms. “So
glad we met up. I am wearing Erik’s jumper… safe home”. Maura is een
lieverd en ik ga haar gezelschap erg missen.
Ik denk aan het RCFC. Zouden de kinderen al gegeten hebben?
Vast wel, het is half 9. De kleinsten liggen waarschijnlijk al te slapen. Vandaag
was er bezoek, het Japanse consulaat verzorgde er een origami-workshop. De
kinderen zijn dus flink beziggehouden, ze zullen wel moe zijn.
Zou Reena al thuis zijn? Reena woont sinds kort in de flat
die haar zoon Rublu (die in Bangalore woont) gekocht heeft. Reena heeft geen
geld om het in te richten, ze heeft een matras wat op de grond ligt en vorige
week heeft ze een waterkoker gekocht. Toen we in de taxi op weg waren naar de
luchthaven belde ze me nog op. Om ons een goede reis te wensen en om te
vertellen hoe gezellig ze het etentje gisteravond vond.
Hoe zou het met Ashit en Suma zijn? Ze moesten het etentje
van gisteravond afzeggen. De zus van de computerleraar, die tegenover de school
woont, had zelfmoord gepleegd. Ashit en Suma kenden haar goed. Ze is 16 jaar
geworden en was deze week uitgehuwelijkt aan een 45 jarige man. Ze wilde dit
niet en zag zelfmoord als de enige uitweg. Hoe verschrikkelijk.
Sam is vast nog aan het werk. Sam werkt bij Blue Skye en hij
werkte daar al toen ik hier 10 jaar geleden voor het eerst kwam. Het is elk jaar
weer leuk om hem terug te zien, het is een vrolijke jongeman. Maar zijn ogen
stonden dit jaar verdrietig. Er is iets met zijn ouders, hij wilde niet
vertellen wat en dat geeft ook niet. Maar, wat het ook moge zijn, ik hoop dat
de situatie snel verbeterd en dat we volgende jaar weer een lachende Sam mogen
ontmoeten.
De mensen die op straat leven, zijn hun vuurtjes aan het
opstoken. Het is de enige manier om de nacht een beetje warm door te komen. Het
is koud in Calcutta, ’s nachts daalt het tot 10 graden. En wij maar klagen in
onze kamer met een bed en een matras en twee dekens. Maar dat slaat natuurlijk
nergens op als je aan deze mensen denkt die op een dun dekentje op de stoep
slapen.
Ik zie Ifty van Calcutta Walks thuis komen na een wandeling
met vervelende toeristen, want ja, zo vertelde hij, die zijn er ook. Toeristen
zonder respect voor de Indiërs en die net doen alsof ze in een dierentuin
rondlopen. Hij is na zo’n wandeling altijd weer blij als hij daarna thuis is
bij zijn ‘monkeys’. Zo noemt hij zijn bijna 2 jaar oude tweeling. Die twee
houden hem en zijn vrouw aardig bezig, zo vertelde hij met trots in zijn ogen.
Het kan niet anders of hij is een geweldige vader voor die twee.
Ik durf niet te denken aan de kinderen van de Prayrona-2
school. Deze kinderen hebben geen fijne thuissituatie. Vaders zijn meestal
dronken en daardoor erg gewelddadig naar hun vrouw en kinderen. Dus nee, het is
misschien verstoppertje spelen, maar ik wil er niet aan denken hoe het nu bij
hun is. Morgenochtend, dan wel, dan gaat om 7 uur de school open en staan de
kinderen te wachten om naar binnen te mogen. De school betekent voor hun veilig
zijn, kind kunnen zijn, kunnen spelen, kunnen leren en af en toe een knuffel
krijgen. Aan die momenten wil ik wél graag denken.
Ik denk aan mr. Khan, de taxichauffeur die ons overal brengt
waar we willen, die net zo lang wacht als nodig is. Hij is vast al terug in
Sudderstreet, zijn vaste standplek. ‘Sudderiestreet’ zoals hij zegt. Ik denk
dat hij aan een bakje chai zit, op het bankje waar ook wij moeten zitten als we
te vroeg zijn.
En zo schieten mijn gedachten langs heel veel mensen die ik
de afgelopen 5,5 week ontmoet heb.
Natuurlijk vind ik het erg fijn om straks mijn
familie en vrienden weer te zien, maar ik ga mijn Indiase leventje zeker heel
erg missen.
Tot volgend jaar…