woensdag 2 december 2015

Trots op het team van de Prayona-2 school

Vanmorgen vroeg op. Om 7 uur wordt ik opgehaald door mr. Khan. Hij is helemaal in de war, om 7 uur naar Dakhindari? Dat is toch altijd om 10 uur pas? Maar ik wil graag de kinderen van de vroege les eens zien, we gaan altijd later en zien deze kinderen dus eigenlijk nooit.

Binnen no-time zijn we er, normaal is het ruim een uur rijden en nu staan we met 40 minuten in de sloppenwijk. Vroeg heeft dus ook zijn voordelen.

De kinderen zijn er nog niet, Ashit en de twee leraressen zijn er al wel. We hoeven niet lang te wachten tot de eerste kinderen aan komen lopen. Het is Amin, hij is altijd vroeg. Als de tekenleraar komt, kruipt hij gelijk bij hem op schoot. Amin is al best een grote jongen, ik kijk Ashit vragend aan. Amin is op jonge leeftijd zijn vader verloren, hij heeft geen broertjes of zusjes en is alleen met z’n moeder. Zijn moeder heeft diverse werkadresjes en zo probeert ze de kost te verdienen, ze is weinig thuis. Zijn vader was een dronkaard, zoals zoveel vaders hier en dit heeft hem uiteindelijk zijn leven gekost. Amin zoekt hier af en toe een vaderlijke knuffel, stoer dat hij hier aan toe durft te geven. En wat goed dat hij die hier ‘gewoon’ kan krijgen. Ik ben zo trots op het team van de Prayrona-school!

het jongetje rechts is Amin
De kinderen druppelen één voor één binnen. En af en toe krijg ik de verhalen te horen van Ashit. Zo valt mijn oog ineens op Sekh, een hele jongen alweer, ik heb hem nog als baby’tje gefotografeerd op schoot bij zijn moeder. Ineens realiseer ik me hoelang ik hier al kom. 10 jaar geleden was ik hier voor het eerst, 10 jaar… Sekh komt naar me toe en begint een heel verhaal. Ik roep snel Ashit, Sekh vertelt me dat hij me aan zag komen met de taxi. Hij lacht naar me. Wat een heerlijk ventje. Hij is de jongste van vier broers, de twee jongste zitten nog op school, de twee oudste werken (helaas) hele dagen.

Sekh

Ruksar komt binnen. Een meisje in een prachtige felroze jurk. Op haar linkerarm zie ik alleen maar littekens van brandwonden. Ze werd thuis het slachtoffer van een ongeluk. Haar moeder was dal aan het koken toen het mis ging en ze de hete brei over haar schouder en arm kreeg. Er gebeuren hier zoveel kookongelukken, alles is oneffen en staat wankel, er wordt gekookt op de grond waar de kleine kinderen ook rondrennen en rondkruipen…

Ruksar

Als iedereen binnen is, begint de les. Ook hier gaan we harten tekenen. De tekenleraar legt uit dat iedereen mag maken wat hij wil, al is dat lastig in India. Kinderen zijn hier geleerd om dingen over te tekenen en vrije invulling zijn ze hier niet gewend. Toch zie ik diverse dingen ontstaan, zeker bij de oudere kinderen die wat meer eigen inbreng durven te geven. Er zijn ook hele kleintjes bij die volstaan met een paar krassen op het hart. Helemaal goed, misschien zijn deze nog wel de mooiste ;-).





Ashit wijst naar Suraj, een suikerpatiënt die maandelijks voor 2.000 rps (ongeveer 30 euro) medicatie nodig heeft. Tot en met maart wordt er voor deze medicatie betaald door een gulle gever uit Londen. Maar deze gulle gever gaat dit per april stoppen. Ashit kijkt me vragend aan.

Suraj
Aan het eind van de ochtend vertrek ik weer naar huis. Amin draagt mijn tas naar de straat waar Khan op me staat te wachten. We hobbelen richting Sudderstreet totdat ik een harde knal hoor, ik zie Khan schrikken (en daar moet heel wat voor gebeuren, Khan schrikt nooit) en ik heb geen idee wat er gebeurde. Totdat hij even later naar de kant van de weg stuurt, een klapband, wat een pech. Khan stapt uit en ik kijk hem bezorgd aan. Wat nu? Hij lacht naar me, ‘sit, sit’ zegt hij, ik mag er niet uit (maar doe het lekker toch). In de achterbak ligt een reserveband.  Khan pakt de krik en duikt onder de auto. Bussen, auto’s, fietsen, autorickshaws vliegen achter hem langs. Oeff… in Nederland zouden we wat pionnetjes neerzetten. Ik ga breeduit achter hem staan. Ik heb een knalrode bloes aan, dus de chauffeurs zien mij misschien eerder dan dat ze Khan op de grond zien liggen. Het gaat goed, even later kunnen we (allebei ongeschonden) de rit weer hervatten. Ik heb Khan nog nooit zien zweten, maar nu is het toch aardig nat achter zijn oren.





’s Middags doe ik rustig aan, ik lunch bij Blue Skye (waar ik na twee jaar Sam weer zie :-)), haal nog wat mooie olifanten en strings bij Sasha en loop terug naar huis. Ik doe een Indiaas tussen-de-middag-dutje totdat ik uit mijn bed gerammeld wordt. Ze zijn een verdieping boven me aardig aan het hakken en breken geslagen (althans, zo klinkt het, geen idee wat ze aan het doen zijn). Als ik mijn badkamer inloop, zie ik het halve plafond (nou ja, bijna dan) op de grond liggen. Wat nu weer, alhoewel ik zeer tevreden ben over het sfeertje in mijn huisje hier, moet je niet teveel naar boven kijken, het plafond ziet er niet uit, ik zal niet in details treden verder.

Ik zal Amrit later wel melden dat het plafond op de grond van de badkamer ligt, ik gooi er straks even een emmer water overheen. Het is trouwens toch raar, normaal krijg ik elke ochtend vers (gefilterd) drinkwater, maar hier heb ik al twee dagen om moeten vragen. Als ik later bij Amrit aan de deur sta om de plafondperikelen te melden en om om water te vragen, zegt hij dat zijn bediende gisteren naar huis is gegaan en dat de nieuwe straks pas komt. Ja dussss…. dan doe je het toch even zelf? Nee, zo’n type is Amrit helaas niet. Maar goed, duizend maal excuses voor de ‘bouwoverlast’ en hij laat mijn badkamer zo dadelijk schoonmaken. Nee, dat hoeft nu ook weer niet, de meeste troep heb ik zelf al opgeruimd. Hij zegt me dat ik dat niet meer moet doen, daar zijn bediendes voor, tssss.

Om half 7 heb ik een afspraak met Champa bij Flurys. Champa is altijd een speciaal geval, een echte dame, ze runt een aantal scholen in de sloppenwijken en haar taak is om geld bij elkaar te sprokkelen voor deze scholen. Normaal gesproken ga ik naar haar huis waar we dan lunchen en langs de school gaan, maar deze keer ging dat niet lukken en heb ik afgesproken bij Flurys voor een bakje thee. 

Champa is van het gezonde leven, komt elke ochtend om half 5 uit bed, doet een bakje thee, plukt bloemen voor de dagelijkse offerceremonie, gaat daarna een uur chanten, zodat daarna, zoals ze zelf zegt, de dag kan beginnen. Stiekem ben ik jaloers. Al jaren is het eerste wat ze tegen me zegt, dat ik weer aangekomen ben. Ik ben dan toch altijd weer verrast en gepikeerd, maar deze keer ben ik voorbereid. En jawel hoor, het is weer het eerste wat ze (met een lach overigens) zegt. Ze geeft me een tip, ik moet een salwar kopen die te klein voor me is, het moet dan mijn streven worden om deze te gaan passen.

De ober komt aanlopen en het is al snel duidelijk dat Champa het niet bij een bakje thee gaat laten. Ze vraagt me of ik ook wat lust, ik heb nog geen honger, dus ik zeg haar wat kleins te bestellen. Even later staan er twee sandwiches voor mijn neus en een dubbele omelet op twee boterhammen. Champa schranst het haast naar binnen, ik kan haar zeker niet bijhouden en ik kan het al helemaal niet op. Wat kleins? Oef! Inmiddels zit Champa meer achterstevoren op haar stoel dan dat ze normaal zit. De wijst naar drie tafels achter ons, daar zit een héél bekend model, beroemd in heel India. Ik vraag naar de naam van het model, maar die weet ze niet (meer).

We spreken af dat we later, als Erik er ook is, nog een keertje gaan eten, dan bij Peter Cat, dat is hier om de hoek, het is haar favoriet. Ze belt haar chauffeur, die gelijk aan komt rijden en ik krijg een lift tot op 20 meter van mijn huisje. Lief!


Ik ga naar bed, ik voel me enigszins schuldig, morgen komt Shelley naar Calcutta om mij de receipts te geven en om het nieuwe budget door te nemen. Het is twee uur treinen (enkele reis), ik had best zelf naar haar toe kunnen gaan eigenlijk…

+++++++++

Hieronder nog wat foto's van de les van vanmorgen:






Geen opmerkingen: