Vanmorgen vroeg op. Om 7 uur wordt ik opgehaald door mr.
Khan. Hij is helemaal in de war, om 7 uur naar Dakhindari? Dat is toch altijd
om 10 uur pas? Maar ik wil graag de kinderen van de vroege les eens zien, we
gaan altijd later en zien deze kinderen dus eigenlijk nooit.
Binnen no-time zijn we er, normaal is het ruim een uur
rijden en nu staan we met 40 minuten in de sloppenwijk. Vroeg heeft dus ook
zijn voordelen.
De kinderen zijn er nog niet, Ashit en de twee leraressen
zijn er al wel. We hoeven niet lang te wachten tot de eerste kinderen aan komen
lopen. Het is Amin, hij is altijd vroeg. Als de tekenleraar komt, kruipt hij
gelijk bij hem op schoot. Amin is al best een grote jongen, ik kijk Ashit
vragend aan. Amin is op jonge leeftijd zijn vader verloren, hij heeft geen
broertjes of zusjes en is alleen met z’n moeder. Zijn moeder heeft diverse
werkadresjes en zo probeert ze de kost te verdienen, ze is weinig thuis. Zijn
vader was een dronkaard, zoals zoveel vaders hier en dit heeft hem uiteindelijk
zijn leven gekost. Amin zoekt hier af en toe een vaderlijke knuffel, stoer dat
hij hier aan toe durft te geven. En wat goed dat hij die hier ‘gewoon’ kan
krijgen. Ik ben zo trots op het team van de Prayrona-school!
het jongetje rechts is Amin |
De kinderen druppelen één voor één binnen. En af en toe
krijg ik de verhalen te horen van Ashit. Zo valt mijn oog ineens op Sekh, een
hele jongen alweer, ik heb hem nog als baby’tje gefotografeerd op schoot bij
zijn moeder. Ineens realiseer ik me hoelang ik hier al kom. 10 jaar geleden was
ik hier voor het eerst, 10 jaar… Sekh komt naar me toe en begint een heel
verhaal. Ik roep snel Ashit, Sekh vertelt me dat hij me aan zag komen met de
taxi. Hij lacht naar me. Wat een heerlijk ventje. Hij is de jongste van vier
broers, de twee jongste zitten nog op school, de twee oudste werken (helaas) hele
dagen.
Sekh |
Ruksar komt binnen. Een meisje in een prachtige felroze
jurk. Op haar linkerarm zie ik alleen maar littekens van brandwonden. Ze werd
thuis het slachtoffer van een ongeluk. Haar moeder was dal aan het koken toen
het mis ging en ze de hete brei over haar schouder en arm kreeg. Er gebeuren
hier zoveel kookongelukken, alles is oneffen en staat wankel, er wordt gekookt
op de grond waar de kleine kinderen ook rondrennen en rondkruipen…
Ruksar |
Als iedereen binnen is, begint de les. Ook hier gaan we harten
tekenen. De tekenleraar legt uit dat iedereen mag maken wat hij wil, al is dat
lastig in India. Kinderen zijn hier geleerd om dingen over te tekenen en vrije
invulling zijn ze hier niet gewend. Toch zie ik diverse dingen ontstaan, zeker
bij de oudere kinderen die wat meer eigen inbreng durven te geven. Er zijn ook
hele kleintjes bij die volstaan met een paar krassen op het hart. Helemaal
goed, misschien zijn deze nog wel de mooiste ;-).
Ashit wijst naar Suraj, een suikerpatiënt die maandelijks
voor 2.000 rps (ongeveer 30 euro) medicatie nodig heeft. Tot en met maart wordt
er voor deze medicatie betaald door een gulle gever uit Londen. Maar deze gulle
gever gaat dit per april stoppen. Ashit kijkt me vragend aan.
Suraj |
Aan het eind van de ochtend vertrek ik weer naar huis. Amin
draagt mijn tas naar de straat waar Khan op me staat te wachten. We hobbelen
richting Sudderstreet totdat ik een harde knal hoor, ik zie Khan schrikken (en
daar moet heel wat voor gebeuren, Khan schrikt nooit) en ik heb geen idee wat
er gebeurde. Totdat hij even later naar de kant van de weg stuurt, een
klapband, wat een pech. Khan stapt uit en ik kijk hem bezorgd aan. Wat nu? Hij
lacht naar me, ‘sit, sit’ zegt hij, ik mag er niet uit (maar doe het lekker
toch). In de achterbak ligt een reserveband.
Khan pakt de krik en duikt onder de auto. Bussen, auto’s, fietsen,
autorickshaws vliegen achter hem langs. Oeff… in Nederland zouden we wat
pionnetjes neerzetten. Ik ga breeduit achter hem staan. Ik heb een knalrode
bloes aan, dus de chauffeurs zien mij misschien eerder dan dat ze Khan op de
grond zien liggen. Het gaat goed, even later kunnen we (allebei ongeschonden)
de rit weer hervatten. Ik heb Khan nog nooit zien zweten, maar nu is het toch
aardig nat achter zijn oren.
’s Middags doe ik rustig aan, ik lunch bij Blue Skye (waar
ik na twee jaar Sam weer zie :-)), haal nog wat mooie olifanten en strings bij
Sasha en loop terug naar huis. Ik doe een Indiaas tussen-de-middag-dutje totdat
ik uit mijn bed gerammeld wordt. Ze zijn een verdieping boven me aardig aan het
hakken en breken geslagen (althans, zo klinkt het, geen idee wat ze aan het
doen zijn). Als ik mijn badkamer inloop, zie ik het halve plafond (nou ja,
bijna dan) op de grond liggen. Wat nu weer, alhoewel ik zeer tevreden ben over
het sfeertje in mijn huisje hier, moet je niet teveel naar boven kijken, het
plafond ziet er niet uit, ik zal niet in details treden verder.
Ik zal Amrit later wel melden dat het plafond op de grond
van de badkamer ligt, ik gooi er straks even een emmer water overheen. Het is
trouwens toch raar, normaal krijg ik elke ochtend vers (gefilterd) drinkwater,
maar hier heb ik al twee dagen om moeten vragen. Als ik later bij Amrit aan de
deur sta om de plafondperikelen te melden en om om water te vragen, zegt hij
dat zijn bediende gisteren naar huis is gegaan en dat de nieuwe straks pas
komt. Ja dussss…. dan doe je het toch even zelf? Nee, zo’n type is Amrit helaas
niet. Maar goed, duizend maal excuses voor de ‘bouwoverlast’ en hij laat mijn
badkamer zo dadelijk schoonmaken. Nee, dat hoeft nu ook weer niet, de meeste
troep heb ik zelf al opgeruimd. Hij zegt me dat ik dat niet meer moet doen,
daar zijn bediendes voor, tssss.
Om half 7 heb ik een afspraak met Champa bij Flurys. Champa
is altijd een speciaal geval, een echte dame, ze runt een aantal scholen in de
sloppenwijken en haar taak is om geld bij elkaar te sprokkelen voor deze
scholen. Normaal gesproken ga ik naar haar huis waar we dan lunchen en langs de
school gaan, maar deze keer ging dat niet lukken en heb ik afgesproken bij
Flurys voor een bakje thee.
Champa is van het gezonde leven, komt elke ochtend
om half 5 uit bed, doet een bakje thee, plukt bloemen voor de dagelijkse
offerceremonie, gaat daarna een uur chanten, zodat daarna, zoals ze zelf zegt,
de dag kan beginnen. Stiekem ben ik jaloers. Al jaren is het eerste wat ze
tegen me zegt, dat ik weer aangekomen ben. Ik ben dan toch altijd weer verrast
en gepikeerd, maar deze keer ben ik voorbereid. En jawel hoor, het is weer het
eerste wat ze (met een lach overigens) zegt. Ze geeft me een tip, ik moet een
salwar kopen die te klein voor me is, het moet dan mijn streven worden om deze
te gaan passen.
De ober komt aanlopen en het is al snel duidelijk dat Champa
het niet bij een bakje thee gaat laten. Ze vraagt me of ik ook wat lust, ik heb
nog geen honger, dus ik zeg haar wat kleins te bestellen. Even later staan er
twee sandwiches voor mijn neus en een dubbele omelet op twee boterhammen.
Champa schranst het haast naar binnen, ik kan haar zeker niet bijhouden en ik
kan het al helemaal niet op. Wat kleins? Oef! Inmiddels zit Champa meer
achterstevoren op haar stoel dan dat ze normaal zit. De wijst naar drie tafels
achter ons, daar zit een héél bekend model, beroemd in heel India. Ik vraag
naar de naam van het model, maar die weet ze niet (meer).
We spreken af dat we later, als Erik er ook is, nog een
keertje gaan eten, dan bij Peter Cat, dat is hier om de hoek, het is haar
favoriet. Ze belt haar chauffeur, die gelijk aan komt rijden en ik krijg een
lift tot op 20 meter van mijn huisje. Lief!
Ik ga naar bed, ik voel me enigszins schuldig, morgen komt
Shelley naar Calcutta om mij de receipts te geven en om het nieuwe budget door
te nemen. Het is twee uur treinen (enkele reis), ik had best zelf naar haar toe
kunnen gaan eigenlijk…
+++++++++
Hieronder nog wat foto's van de les van vanmorgen:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten