woensdag 23 december 2015

Tot volgend jaar...


De douanier stempelt mijn visum af. Ik heb nu officieel het land verlaten. Ik ben op weg naar huis, na 38 dagen zit mijn reis erop. En als ik heel eerlijk ben, had het best nog wel langer mogen duren.
We stijgen op, het is inmiddels avond, buiten zie ik de lichtjes van een stad die nooit lijkt te slapen. In gedachte zie ik Maura achter haar pc zitten, scrollend door facebook, met het vest van Erik aan. Vanmiddag hebben we nog samen geluncht. We hadden nog wat dingen voor haar die we zelf niet meer nodig hadden, waaronder boeken en wat kleding. We hebben haar verteld dat ze het zelf mag houden of mag weggeven, wat ze wil. Als we op het vliegveld zijn, stuurt ze een sms. “So glad we met up. I am wearing Erik’s jumper… safe home”. Maura is een lieverd en ik ga haar gezelschap erg missen.

Ik denk aan het RCFC. Zouden de kinderen al gegeten hebben? Vast wel, het is half 9. De kleinsten liggen waarschijnlijk al te slapen. Vandaag was er bezoek, het Japanse consulaat verzorgde er een origami-workshop. De kinderen zijn dus flink beziggehouden, ze zullen wel moe zijn.

Zou Reena al thuis zijn? Reena woont sinds kort in de flat die haar zoon Rublu (die in Bangalore woont) gekocht heeft. Reena heeft geen geld om het in te richten, ze heeft een matras wat op de grond ligt en vorige week heeft ze een waterkoker gekocht. Toen we in de taxi op weg waren naar de luchthaven belde ze me nog op. Om ons een goede reis te wensen en om te vertellen hoe gezellig ze het etentje gisteravond vond.

Hoe zou het met Ashit en Suma zijn? Ze moesten het etentje van gisteravond afzeggen. De zus van de computerleraar, die tegenover de school woont, had zelfmoord gepleegd. Ashit en Suma kenden haar goed. Ze is 16 jaar geworden en was deze week uitgehuwelijkt aan een 45 jarige man. Ze wilde dit niet en zag zelfmoord als de enige uitweg. Hoe verschrikkelijk.

Sam is vast nog aan het werk. Sam werkt bij Blue Skye en hij werkte daar al toen ik hier 10 jaar geleden voor het eerst kwam. Het is elk jaar weer leuk om hem terug te zien, het is een vrolijke jongeman. Maar zijn ogen stonden dit jaar verdrietig. Er is iets met zijn ouders, hij wilde niet vertellen wat en dat geeft ook niet. Maar, wat het ook moge zijn, ik hoop dat de situatie snel verbeterd en dat we volgende jaar weer een lachende Sam mogen ontmoeten.

De mensen die op straat leven, zijn hun vuurtjes aan het opstoken. Het is de enige manier om de nacht een beetje warm door te komen. Het is koud in Calcutta, ’s nachts daalt het tot 10 graden. En wij maar klagen in onze kamer met een bed en een matras en twee dekens. Maar dat slaat natuurlijk nergens op als je aan deze mensen denkt die op een dun dekentje op de stoep slapen.

Ik zie Ifty van Calcutta Walks thuis komen na een wandeling met vervelende toeristen, want ja, zo vertelde hij, die zijn er ook. Toeristen zonder respect voor de Indiërs en die net doen alsof ze in een dierentuin rondlopen. Hij is na zo’n wandeling altijd weer blij als hij daarna thuis is bij zijn ‘monkeys’. Zo noemt hij zijn bijna 2 jaar oude tweeling. Die twee houden hem en zijn vrouw aardig bezig, zo vertelde hij met trots in zijn ogen. Het kan niet anders of hij is een geweldige vader voor die twee.

Ik durf niet te denken aan de kinderen van de Prayrona-2 school. Deze kinderen hebben geen fijne thuissituatie. Vaders zijn meestal dronken en daardoor erg gewelddadig naar hun vrouw en kinderen. Dus nee, het is misschien verstoppertje spelen, maar ik wil er niet aan denken hoe het nu bij hun is. Morgenochtend, dan wel, dan gaat om 7 uur de school open en staan de kinderen te wachten om naar binnen te mogen. De school betekent voor hun veilig zijn, kind kunnen zijn, kunnen spelen, kunnen leren en af en toe een knuffel krijgen. Aan die momenten wil ik wél graag denken.

Ik denk aan mr. Khan, de taxichauffeur die ons overal brengt waar we willen, die net zo lang wacht als nodig is. Hij is vast al terug in Sudderstreet, zijn vaste standplek. ‘Sudderiestreet’ zoals hij zegt. Ik denk dat hij aan een bakje chai zit, op het bankje waar ook wij moeten zitten als we te vroeg zijn.

En zo schieten mijn gedachten langs heel veel mensen die ik de afgelopen 5,5 week ontmoet heb. 

Natuurlijk vind ik het erg fijn om straks mijn familie en vrienden weer te zien, maar ik ga mijn Indiase leventje zeker heel erg missen. 

Tot volgend jaar…

Geen opmerkingen: