’s Nachts is het koud in onze tent. Alhoewel we onder twee
dekbedden liggen, wordt ik regelmatig wakker van een (erg) koude neus. ’s
Ochtends worden we wakker gemaakt door iemand die een emmer warm water komt
brengen voor de ‘emmertjes-douche’. Ondertussen ‘snakken’ we naar een echte
warme douche, luxedieren als we zijn.
Na het ontbijt rijden we weg van het Pangong meer. Het is
nog steeds erg bewolkt, maar als we langs de bergwand, boven het meer rijden, breekt
het zonnetje even door. Het meer laat alsnog, op het nippertje, zijn haast
caribische kleuren aan ons zien. Prachtig.
Ook verderop is het weer genieten van de mooie vergezichten
en van de kleurenschakeringen van de bergen. Je blijft je verbazen, werkelijk
waar.
Via het ‘paradijs’ met zijn vele marmotten en andere dieren,
beklimmen we wederom de Changla-pas van ca 5300m, als we bijna bovenop zijn,
begint het te sneeuwen. Onderweg weer veel motorrijders, petje af voor deze
avonturiers. Ook enkele fietsers en hiervoor helemaal respect, ze zullen het
vast allemaal vrijwillig doen, maar het is niet zomaar wat om de passen van
Ladakh te bedwingen op de fiets.
En dan de vrachtwagenchauffeurs. Nu is het sowieso al hard
werken op een vrachtwagen in India (in tegenstelling tot de luxe Nederlandse
vrachtwagens), zwaar en moeilijk schakelen, geen stuurbekrachtiging, etc, laat
staan verwarmde stoelen. Maar als je dan ook nog regelmatig de Himalaya met
zijn hoge passen moet bedwingen… en dan is het zomers nog wel te doen wellicht,
maar ook ’s winters, als de passen besneeuwd zijn, gaat het werk gewoon door.
Het leger probeert de passen vrij te houden, maar dat wil natuurlijk niet
zeggen dat er geen sneeuw ligt en het daardoor (in mijn ogen) levensgevaarlijk
is. We zien dat ook met grote regelmaat een vrachtwagen beneden in het dal
liggen.
Na de Changla rijden we het groene dal van Serthi binnen,
het lijkt hier wel een oase zo mooi. Oude Tibetaanse huizen, een klooster tegen
de bergwand ‘geplakt’, allemaal akkers waar groente verbouwd wordt, het woord
‘liefelijk’ lijkt van toepassing.
Vanaf hier is het nog maar een eindje naar Leh, over een
prima rechte, geasfalteerde weg. We rijden ‘de beschaving’ weer binnen.
Benzinestations, winkels, overal dorpjes, overal kloosters, we zijn weer terug
in de bewoonde wereld. We rijden ook langs het Kalachakra-terrein. De
overkappingen zijn al opgeruimd en wat over is, is een chaos van afval (matjes)
en dan vooral in het buitenlander-vak. Alhoewel wij al onze spulletjes gewoon
meegenomen hebben, krijg ik last van plaatsvervangende schaamte. Wat moeten
Tenzin en Rigzin wel niet denken als ze dit zien. Het dorp Choglamsar, waar
ruim een week geleden nog dagelijks 150.000 mensen doorheen liepen langs
allemaal tijdelijk opgezette restaurantjes en winkeltjes, ligt er haast
verlaten bij. De laatste tijdelijke bouwsels worden opgeruimd. We kennen het
bijna niet meer terug. De georganiseerde Kalachakra-chaos heeft weer
plaatsgemaakt voor het normale dagelijkse leven.
Terug in het hotel check ik in de lobby onze mail. Erik
leest de krant en al snel wordt ons duidelijk dat er een enorme ramp heeft
plaatsgevonden. Een vliegtuig is uit de lucht geschoten, althans daar lijkt het
vooralsnog op. Uit de lucht geschoten! Waanzin, wat een tragedie,
verschrikkelijk. Wat een verdriet voor zo enorm veel mensen.
Even later komt er een groep Belgen terug van een trekking,
ook zij zijn een paar dagen ‘van de wereld’ geweest. Een vrouw uit de groep
slaat dezelfde krant open, leest het bericht van het neergeschoten toestel (ze
leest een deel zelfs hardop op) en bladert onaangedaan verder. Terwijl ik nog
redelijk ontdaan ben van het bericht, lijkt het hun niets te doen. Zoals ons
Nederlands nieuws soms gebracht wordt. Als er ergens in de wereld een ramp
gebeurd, is het pas erg als er Nederlanders bij betrokken zijn, zo niet, dan
valt het allemaal wel mee en besteden we er het liefst geen aandacht aan. Maar
misschien ben ik nu te hard in mijn oordeel…
We zijn redelijk op tijd terug in Leh, ergens begin van de
middag. Het geeft ons alle tijd om op Changspa road nog wat lekkers te drinken
en om nog een rondje langs de Gomang stoepa te doen. Hier zijn we op onze
tweede dag in Leh ook geweest en ik wil graag nog even terug, de cirkel
rondmaken voor onszelf. Met de slachtoffers van de vliegramp in mijn achterhoofd
loop ik rond de stoepa. Wat zal oma nu extra ongerust zijn, zeker nu ook mijn
kleine broertje (39 jaar) op vakantie is, hij zit met zijn vriendin aan de
andere kant van de wereld, in Amerika. We lopen nog een rondje voor een veilige
thuiskomst.
De nacht is kort. Om vier uur gaat de wekker, we hebben een
vroege ochtendvlucht uit Leh naar New Delhi. Tenzin en Rigzin komen ons
ophalen. We hebben voor allebei een mooie kaart uitgezocht en daar wat
persoonlijks opgeschreven. Met een fooitje erbij, moeilijk, want wat zij ons
hebben gegeven de afgelopen tijd is niet in geld uit te drukken. Natuurlijk is
het hun werk, maar toch, vooral Tenzin heeft zich enorm bloot gegeven en veel
persoonlijke ervaringen en meningen met ons gedeeld. Hij had dit niet hoeven
doen. Het heeft onze reis een extra dimensie gegeven, het is meer geworden dan
‘zomaar’ een iets uit een reisgids.
Op de luchthaven geeft Tenzin ons over aan een collega die
al in het luchthavengebouw is. Best luxe hoor, zo’n georganiseerde trip, overal
staan mensen klaar om iets voor je toen, dat zijn we helemaal niet gewend! Maar
we laten het heerlijk over ons heenkomen. Er wordt voor ons ingecheckt en
daarna vraagt hij ons even te wachten, hij moet iets ophalen. Gedwee gaan we
zitten. Even later komt hij terug met een grote memory-card en een briefje met
daarop een naam en een telefoonnummer. Of wij dit mee willen nemen naar Delhi
en dit daar overhandigen aan degene die ons daar op komt halen. Even weet ik
niet wat te doen, ‘nooit iets voor een ander meenemen aan boord van een
vliegtuig’ flitst er door mijn hoofd. Mijn intuïtie zegt echter dat het okay is
en ik steek het in mijn tas. De man kijkt me dankbaar aan. Hij mompelt iets
over ‘Indian TV’ en ‘news’.
Na een prachtige vlucht over de Himalaya komen we ’s
ochtends vroeg aan op de luchthaven van New Delhi. En ook daar staat weer
iemand op ons te wachten, geen gezeur met het vinden van een taxi, we kunnen zo
instappen. Hij vraagt of we iets meegekregen hebben uit Leh en ik pak de
memory-card uit mijn tas. Ook hij kijkt me blij aan en vraagt of we even willen
wachten. Hij belt het nummer op het briefje en loopt daarna richting het
luchthavengebouw, waarschijnlijk om het daar weer aan iemand af te geven. Wij
zijn duidelijk een schakeltje in iets groters, maar wat? Natuurlijk hebben we
de memory-card onderweg van de buitenkant goed bekeken en er stond met grote
letters ‘INDIA-TV’ op, maar ja, wat dan nog? Als de man terug is, besluiten we
het maar te vragen, onze nieuwsgierigheid is te groot ;-). Het blijkt een
nieuwsitem te zijn voor inderdaad de Indiase TV. Het wordt waarschijnlijk
vanavond nog uitgezonden. Het is voor hun de snelste manier om het in New Delhi
te krijgen, ‘gewoon’ aan iemand meegeven die op de vlucht Leh-Delhi zit. We
voelen ons even een soort van belangrijk (of we zijn enorm voor de gek
gehouden, dat kan natuurlijk ook).
Als we van de luchthaven naar ons hotel rijden, valt ons op
hoe groen dit deel van Delhi is. Overal om ons heen prachtig aangelegde parken. Geen
sloppenwijken, geen mensen die op straat leven, het lijkt een moderne stad.
Maar ik besef me heel goed dat dat slechts dit deel van de stad is en dat het
verderop echt anders uit moet zien.
Delhi is duidelijk een moderne stad, veel moderner dan
Calcutta. We zien hier dames in spijkerbroek en ‘aangesloten’ t-shirts, daar
waar in Calcutta dezelfde categorie vaak nog in salwar loopt, hooguit een
salwartop met een spijkerbroek eronder. Ook de jonge mannen gaan veel moderner
gekleed en gedragen zich ook moderner, al weet ik dat laatste niet goed uit te
leggen.
Het hotel is erg luxe met veel personeel. Er staat zo’n zes man
bij de entree, die elk zo hun eigen taak hebben. De bagage wordt gescand
voordat we naar binnen gaan. We krijgen een ontbijt aangeboden in een nagemaakte
Parijse brasserie. De kamers zijn groot, de bedden zacht en de warme douche
overheerlijk.
’s Middags gaan we met de metro op stap. In Calcutta doen
wij voor onze Help2Help markten vaak inkopen bij Sasha, een Indiase fairtrade
organisatie. Zij hebben ook een filiaal in New Delhi en ik ben benieuwd of hier
andere dingen te koop zijn en hoe de prijzen hier liggen. Het is een half uur
met de metro, tot de eerste halte is het ERG DRUK (sardientjes-effekt), maar
daarna is het relatief rustig. We stappen bij de juiste halte uit en gaan op
zoek naar de winkel. Het is erg warm in Delhi, het is monsoontijd en het zweet
druppelt al snel van onze voorhoofden af. Dit waren we niet gewend in het
(droge) Ladakh. We vinden de winkel en zien dat deze op maandag gesloten is L. We lopen terug naar
de metro en gaan terug naar het hotel. Jammer, maar het is niet anders.
Het is voorbij, ‘s nachts om 1 uur worden we (weer)
opgehaald en naar de luchthaven gebracht voor de vlucht naar Amsterdam. Na vier
weken geen telefoon, nauwelijks internet en geen kranten, worden we de
werkelijkheid terug in gesmeten, vliegramp Oekraine, veel doden in Israel en
Palestina, gevechten in Tripoli, je wordt er werkelijk verdrietig van. Wat kan
het leven zonder kranten en tv toch fijn zijn…