maandag 14 juli 2014

‘Gewoon’ een bijzondere dag (13 juli)

Vanmorgen om kwart over 4 gaat de wekker. Ik was midden in een droom, die wreed werd verstoord. Waar zijn we? Waarom? O ja, Ladakh, Kalachakra, de laatste dag en ik spring uit bed (dit is niet helemaal waar, maar het staat leuk ;-)). Ik kijk in de badkamer of er een emmer warm water staat, nee, nog niet, maar de emmer is wel weg, dus er wordt waarschijnlijk aan gewerkt. In de keuken zie ik de man van Dolka op de grond slapen, hij wordt net wakker. Verder hoor ik gerommel in de keuken, de waterkoker staat aan, er wordt inderdaad gewerkt aan warm water.

Een poosje later neem ik een heerlijke emmertjes-douche. Het gaat best wennen, zo douchen en je bent ook nog eens veel bewuster met water bezig. Thuis kan ik soms moeilijk stoppen met douchen omdat het zo lekker is, maar het is natuurlijk waanzin, zoveel water ik dan verspil.

Na een kort en simpel ontbijt staan we half 6 buiten. Het is heerlijk, bijna koel, een vestje is zelfs op zijn plaats. Samen met de rest van Ladakh (en wijde omgeving) lopen we voor het laatst de pelgrimage naar het Kalachakra terrein. Aan de ene kant is het goed zo, we zijn erg moe, maar aan de andere kant gaan we dit straks toch ook echt heel erg missen, elke dag met zoveel mensen zo gemoedelijk op pad om de Dalai Lama te horen en te zien.

Op het terrein wordt er door monniken ‘geoefend’ op instrumenten, het lijkt wel of ze warm aan het blazen zijn. Een gedeelte van het buitenlandervak is afgeschermd, er is een looppad gemaakt met een rode loper. Mmm, wat gaat er gebeuren vandaag? Gaat de Dalai Lama een wandeling maken over deze loper? Ik neem een kijkje en verbaas me over de enorme grote hoorns waarmee vier monniken bezig zijn. De lage tonen maken dat je hele lichaam meetrilt, geweldig.



Maar ja, die rode loper, wat is dat dan? Het is nu ongeveer 6 uur in de ochtend, het programma start officieel om 7 uur. Ik ga eens richting die rode loper, er staan wat mensen aan de kant te wachten. Op wie? Op de Dalai Lama dus! Okay, wat zal ik doen? Ik heb hem immers al van dichtbij gezien en dat was een mooi moment. Maar ja, ik sta hier zomaar vooraan, zonder moeite, waarom zou ik niet een uurtje blijven staan? Inmiddels komen er steeds meer mensen en bewakers en vrijwilligers en muzikanten... Twee ‘trompettisten’ blazen zich warm.


Dan wordt ons verteld dat de Dalai Lama over 10 minuten zal komen. Dan wordt ons verteld dat de Dalai Lama niet over de rode loper zal lopen, maar dat hij dat pas om 10 uur zal doen. Dan wordt ons verteld dat de Dalai Lama hier helemaal niet gaat komen, maar dat het orakel hier gaat lopen. Over een uur, om 9 uur, om 10 uur. Iedereen heeft een ander verhaal en we raken aardig in de war. Wat zal het zijn? Het orakel zien in zijn volle glorie is natuurlijk ook heel bijzonder, dus ik blijf geduldig wachten.

Inmiddels komen er ook boze mensen langs. Het pad is gemaakt in het zitgedeelte van de buitenlanders. Mensen die er hun matje neer hadden gelegd en waarschijnlijk al 10 dagen op dezelfde plek zaten, zijn hun matje en dus hun plekje kwijt. Sommigen kijken zelfs mij boos aan, alsof ik daar iets aan kan doen. Hun kleine eigen stukje land is zomaar ingepikt en ze zijn bloedlink. Hun matjes zijn op een hoop gelegd en iedereen moet zijn eigen matje maar zien te vinden en dus ook een nieuw plekje.

Dan komt er een vrijwilliger naar me toe. ‘It’s the one in the red dress’ fluistert hij in mijn oor, hij bedoelt het orakel. Ik kijk opzij en zie daar ongeveer 20 monniken staan, allemaal in het rood uiteraard. Dus ik wijs er maar eentje aan en hij fluistert ‘no, the one in the red dress’. Ik kijk hem dankbaar aan, alsof ik het begrepen heb, want ik heb het idee dat we hier samen niet uit gaan komen.

Om 7 uur komt de Dalai Lama aan, over de gebruikelijk weg wandelt hij naar het podium. Niet over de rode loper dus. Hij heeft hier een ‘zomerwoning’ en het is zo dichtbij dat hij van daar gelopen komt.  Hij is ongeveer een kwartiertje onderweg (inclusief zwaaien naar iedereen). Nog steeds geen spoor van het orakel, dus ik besluit om weg te gaan. Ik loop nog even langs de plek waar de boterthee gemaakt wordt voor alle aanwezigen, wow, wat een grote potten en pannen!!



Dan loop ik snel terug naar Erik, de Dalai Lama is al op het podium. Vandaag opnieuw een initiatie, deze keer voor een ‘lang leven’. De Dalai Lama is in een goed humeur, hij maakt veel grapjes. Het is gelukkig stukken minder warm en daardoor is alles veel beter te volgen. We kunnen ons veel beter concentreren. Het is een prachtige ceremonie, met weer veel gebeden en mantra’s, we genieten er echt van. Daarna volgt er een ceremonie voor een ‘lang leven voor de Dalai Lama’, een hooggeplaatste rinpoche neemt het daarom van hem over.

Dan gebeuren er toch een hoop dingen, die wij in het Westerse leven niet kennen. Allereerst komt (dan toch) het orakel over de rode loper gerend. Zeer in trance, hij wordt begeleidt en naar de Dalai Lama gebracht. Daar praten ze beiden (zóóó nieuwsgierig waar dit over ging!!). Enige minuten later wordt zijn traditionele kleed afgedaan, zakt hij in elkaar en wordt hij over dezelfde rode loper teruggedragen. Ik heb hier geen foto’s van, maar neem maar aan dat dit bijzonder is om mee te maken. In het uur daarop raken diverse mensen in trance. Ze worden allemaal naar het podium gedragen. Vinden wij dit nog bijzonder, hier kijken ze er bepaald niet van op. (Maar ik hoor ook geruchten dat dit gespeeld wordt om dichtbij de Dalai Lama te kunnen komen.)

Aan het eind volgen nog een (groot) aantal toespraken. De hele Kalachakra is goed verlopen en de organisatie is trots op haarzelf (het is allemaal zo heerlijk typische Indiaas deze toespraken). Er komen zo’n 8 mensen aan het woord en ze zeggen zo bijna allemaal hetzelfde. Eentje valt er op. Een man die er best Westers uitziet, neemt het woord. Hij is een minister in het parlement van Jammu en Kashmir (waar Ladakh onder valt). Onze vertaler vertelt ons waarom hij er zo Westers uitziet, zijn vader is een echte Kashmiri (was een belangrijke minister zelfs) en zijn moeder is Westers. De minister vertelt dat dit de derde keer is dat de Kalachakra plaats vindt in Ladakh. De eerste keer was zijn opa minister, de tweede keer was zijn vader minister en nu hij. Er schijnen overigens ruim 150.000 aanwezigen geweest te zijn, waaronder 6.000 buitenlanders uit 73 landen.

Als het dan echt afgelopen is, is er een complete stormloop op de ingang van het podium. Vanaf nu is de mandala te bezichtigen en het lijkt of de opdracht van de Dalai Lama om liefde en compassie te tonen, plaats maakt voor ellebogenwerk, chaos en ego. Niet alleen van de buitenlanders hoor, de monniken staan vooraan en de Ladakhi kunnen er ook wat van. We kijken dit vanaf een afstandje aan en besluiten weg te gaan. We willen ons hier niet in mengen, niet na zo’n mooie ochtend en zeker niet na deze mooie 11 dagen. Misschien dat we vanmiddag nog even langs kunnen gaan.

We besluiten om eerst maar te gaan lunchen, we hebben trek.  (Bijna) alle restaurantjes hier in Choglamsar zijn tijdelijk opgezet voor de Kalachakra. De meeste winkeltjes ook trouwens. Ik ben benieuwd hoe het er hier uitziet over een week of zo, wanneer echt alles hier weg is. Maar goed, we hebben zo onze vaste stek, een klein momorestaurantje. We zijn hier nog nooit ziek van geworden, dus we houden het hier maar bij, ze hebben prima eten. Het is er druk, vooral veel monniken die altijd eerst geholpen worden. Ik heb mijn ideeën over de monniken wel bij moeten stellen deze Kalachakra. De meeste zijn erg ongeduldig, piepen voor, maken een rommeltje van hun vak waar ze zitten, luisteren niet naar de vrijwilligers, duwen je opzij, sommigen denken werkelijk dat ze in hun rode jurk alles kunnen maken. En vaak lukt dat ook. Vooral tegenover de nonnen zijn ze ronduit onbeschoft, alsof deze niet bestaan. Triest.

We hebben net ons bord eten gekregen als een oudere monnik met een kleine monnik binnen komt. Zo maar een lief stel samen, de jonge monnik ziet de oudere monnik duidelijk als een soort opa. Een genot om even deelgenoot te zijn van hun ‘liefde en compassie’ naar elkaar en mijn vertrouwen in de monniken neemt weer een klein beetje toe.

    
Onderweg gaat mijn andere schoen kapot, ach, had ik een paar dagen geleden nu toch maar gelijk de ander ook laten lijmen, we waren nog in twijfel, want we zagen dat de andere zool ook al een beetje los liet, maar ja, we dachten ook dat hij het nog wel even vol zou houden. Niet dus. ‘Onze’ schoenmaker is dicht, maar drie deuren verder zit er nog een en die is wel open. Ik laat mijn losse zool zien en kijk hem aan ‘problem’, zeg ik er vriendelijk bij. Hij lacht me toe en wijst me het bankje. Terwijl hij de voorkant van mijn zool lijmt, laat de hiel ook los. Dus het wordt een dure klus! Een kwartiertje later loop ik met een perfekt gelijmde schoen weer verder, 80 roepies (ca 1 euro) armer.


Thuis stort ik compleet in. Ik ben moe, moe en moe. Alsof ik mijn laatste beetje energie gebruikt heb om de Kalachakra af te ronden. Gelukkig hoeft er even niets en ik neem de rest van de middag vrij ;-). Tukje op bed, bakje thee, gewoon lekker niets, heerlijk. We gaan ook niet terug om de mandala (eventueel) te bekijken. We horen van Heike dat de rij momenteel zo’n 6 uur is. Het is zoals het is. Loslaten, dat was de opdracht die ik kreeg toen ik droomde met het kusha-gras onder mijn matras en ik breng het gelijk maar in praktijk.   

En dan werd het avond, tja, wat zal ik daarover vertellen. Het was geweldig. Voor de eerste keer aten we met z’n zessen, ook Annette at mee. Maar dat was nog niet alles, de hele familie zat aan tafel. Opa, oma, Anita, Dolka met haar zoon, man en een neef.

Dolka met haar man en zoon

de man van Dolka met een neef
We hebben bewust gekozen om bij een boeddhistische familie te slapen tijdens de Kalachakra, ik wilde weten wat het boeddhisme voor hun betekende, hoe zij hun leven leefde. Het was een kleine teleurstelling toen ik erachter kwam dat we hier met nog 4 ‘buitenlanders’ zaten, want dat betekent dat het contact met de familie niet zo intensief is. Maar gedurende de tijd kwam ik erachter dat een gesprek helemaal niet zo belangrijk is. Onbewust lieten zij hun leven aan ons zien, een korte tijd maakten wij op een bepaalde manier daar deel van uit en dat is veel waardevoller. Samen delen, samen leven, respect voor elkaar hebben, respect voor de Dalai Lama, gastvrijheid, dat hebben we in de afgelopen 12 dagen gezien. Of dit typische boeddhistisch is? Ik weet het niet en eigenlijk is dat ook niet zo belangrijk.


Maar vanavond worden we weer met alle voetjes op de grond gezet, back to reality. De puja (zoals ze de Kalachakra hier noemen) is voorbij en het ‘normale’ leven gaat verder. Zo komt er vanavond drank op tafel. Bier, rum en brandy. Geloof het of niet. So far so good for the buddhist vows. En er is vlees! Dat had ik nooit verwacht. Ook dat mag na de puja’s blijkbaar weer. En wij maar denken dat de boeddhisten hier geen alcohol drinken en geen vlees eten. Niet dus. Ook hier dus geen zwart/wit, maar gewoon grijs. Het grappige is dan ook dat de westerlingen vanavond aan tafel geen drank en vlees nemen (behalve Erik dan). ‘Wij’ in het westen, hebben het boeddhisme in een redelijk extreme vorm aangenomen. De Ladakhi’s aan tafel genieten van het bier en het vlees.

Ik herinner me een verhaal van de Dalai Lama. Hij heeft een moslimvriend die hem ooit vertelde dat hij thuis geen alcohol kon drinken, maar als hij alcohol wilde, ging hij naar boeddhistische vrienden die altijd alcohol in huis hebben. Er is dus niets van het verhaal gelogen. Toch gaat er ook een ander verhaal de rondte, eentje die Dolka vertelde. Een boeddhistische monnik moest ooit kiezen. Een geit dood maken, ongepaste sex hebben met een vrouw of een glas wijn drinken. Hij bedacht wat het minst schadelijk zou zijn en hij dronk een glas wijn,hij kon daarna niet stoppen, raakte dronken, had sex met een vrouw en doodde een geit. Tja.

opa wil dat oma de brandy proeft, maar ze vindt het niks :-)

Opa en oma blijken goed te kunnen zingen, liederen uit het gebied waar ze vandaar komen. Volgens hun kleinzoon start opa pas met zingen na een glas brandy, dus krijgt hij dat ook. En inderdaad, daarna starten zowel opa als oma samen met een prachtig lied. Ze blijken een soort van beroemd te zijn, ze leren de liedjes aan anderen, die deze bijvoorbeeld vandaag dan weer opvoeren voor de Dalai Lama.

opa zingt een van de traditionele liederen voor ons

De kleinzoon vertelt volop over de vallei waar ze vandaan komen en waar hij ook woont. Awran valley, als ik het goed schrijf. Het ligt echt vlakbij Pakistan, ze kunnen Pakistan zien vanuit hun huis. We krijgen de geschiedenis van de streek te horen, waarvan bij mij één zin is blijven hangen ‘we were not muslims or buddhists, we were just worshippers of nature’. Prachtig.

Pas laat in de avond eten we, net als de Ladakhi’s. Dolka heeft zich weer erg uitgesloofd, zoveel lekkers, we gaan dit echt missen straks.


Morgen gaan we hier weg, terug naar Leh. Het is tijd om de gaan, het is tijd om weer samen te zijn, maar wat zullen we de gastvrijheid van deze mensen missen. Het was werkelijk een onvergetelijke ervaring om hier 12 dagen gast te mogen zijn.

Geen opmerkingen: