woensdag 9 juli 2014

De handdoekenbrigade op de eerste Kalachakra dag (3 juli)

Om half 5 gaat de wekker, au! Het is altijd even wennen, een nacht in een ander bed met andere geluiden, maar we hebben best goed geslapen. We hadden tegen Dolpa gezegd dat ze geen ontbijt moest maken. We willen vroeg weg en uiteraard wil ze zelf ook naar de Kalachakra. Maar Dolpa valt niet te sturen (gelukkig). Ze doet het heel subtiel, maar heel langzaamaan zet ze de tafel gewoon vol met eten. Er is zelfs kaas en nutella! Zelf gebruiken ze dit niet, dit is speciaal voor het westerse bezoek gekocht.


het witte huis is waar we verblijven

Onderweg zien we iedereen met een soort foammatjes lopen. Mmmm, we hebben wel (opblaasbare) meditatiekussens en oude sarongs voor daaronder mee, maar het heeft vannacht flink geregend en de grond zal wel nat zijn. Dus we kopen ook een meter foam. De man doet goede zaken, 200 roepies voor een meter en hij kan het niet aangesneden krijgen.


Dan arriveren we bij de poort. De speciale poort voor foreigners (buitenlanders). Camera en fm-radiootje (voor de vertalingen) moeten uit de tas. Tassen en rugzakken worden uitgebreid gecheckt en ook wij worden maar liefst zes (jawel) keer gefouilleerd. Het duurt even, maar dan heb je ook wat, toegang tot de eerste Kalachakra dag!


We zoeken een plekje in het foreigner-gebied. Even kijken hoe dat bevalt en dan zien we morgen weer wel verder. Ratna (waar we de homestay geboekt hebben) heeft een gebied afgebakend. Mmm, ik zie dat het meer gebeurd, beetje handdoekjes-leggen bij het zwembad, ik hou er niet zo van. Eerlijk gezegd wordt iedereen die niets met Ratna te maken heeft het ‘vak’ uitgejaagd, ik vind dit niet leuk.

Erik blaast zijn meditatiekussen op

Om 7 uur komt de Dalai Lama aan. Hij loopt achter ons vak langs naar het podium. Mensen rennen naar de kant om hem van dichtbij te zien. Hij lacht en zwaait, zoals altijd. Wat zou er in zijn hoofd omgaan vanmorgen? De dag begint met het reciteren van gebeden en mantra’s. Monniken (inclusief de Dalai Lama) die drie uur mantra’s en gebeden reciteren. Fantastisch.


Ondertussen is het gaan regenen. Voor me ligt een Ratna-paraplu en daar maak ik dankbaar gebruik van, we hadden ons eerlijk gezegd niet op regen voorbereid. Erik is inmiddels terug naar de homestay, hij heeft last van zijn ingewanden en zit niet op zijn gemak. Dan moet ik de paraplu inleveren. Hij is van een andere Ratna-ganger en ook al ziet hij dat ik verder niets heb, hij is duidelijk niet van plan zijn plu te delen. Oké, prima. Voor me ligt nog een klein stukje karton op de grond en dat houdt in ieder geval mijn hoofd droog. Mijn schoenen bedek ik met een sarong en dan maar hopen dat het stukje karton niet kapot regent. Gelukkig zijn het buien, af en toe is het droog en dan droogt het ook werkelijk snel op. Aan het eind van de ochtend komt het zonnetje voorzichtig door.

Er komt een jongedame aangelopen. Ze heeft niets om op te zitten en vraagt of het stuk karton dat naast me ligt, vrij is. Ik zeg dat ik het niet weet, er zat iemand op, maar die is twee uur geleden vertrokken. De dame achter me, reageert gelijk, nee, het is niet vrij, de mensen komen terug. Ik geloof er niets van, maar ze willen duidelijk geen ‘vreemden’ op hun terrein. Ik zeg haar dat mijn man naar huis is vanwege darmklachten en dat ze wel naast me op zijn matje mag zitten, dat had Erik niet meegenomen. Blij gaat ze zitten. Mochten de ‘handdoekjes-terroristen’ er wat van zeggen, dat zeg ik wel dat ze mijn vriendin is. We zitten notabene bij de Kalachakra! Wereldvrede, behalve als je op iemand zijn handdoekje wil gaan zitten zeker, no way. Gelukkig zegt niemand er wat van. (En mijn reactie op dit alles is waarschijnlijk ook weinig boeddhistisch ;-))

De Dalai Lama is ondertussen aan zijn eerste teaching begonnen. Het wordt op een FM-frequentie vertaald in volgens mij wel 9 talen, waaronder Engels. Dus koptelefoontje op en antennetje uit. Hij legt in het kort uit wat er de komende 12 dagen gaat gebeuren. En hij vertelt ons wat we de komende twee dagen (voordat de echte teachings beginnen) moeten doen om goed voorbereid te zijn.

Boeddhisten wordt aangeraden de mantra van de boddhicitta reciteren. En mensen die een ander geloof aanhangen en/of een andere achtergrond hebben, moeten hun ‘goede hart’ laten spreken. Niemand pijn doen, niemand schaden en proberen anderen te helpen. Als je andere mensen pijn doet, dan lijdt je zelf ook. Dit kan je opheffen door anderen te helpen. Mocht dat niet kunnen, zorg er dan in ieder geval voor dat je niemand schaadt. Liefde en compassie, hetgeen wat alle religies prediken, daar draait het om.

Daarnaast moet je je goed bedenken wat je hier komt doen. Als je naar de Kalachakra komt zonder dat je jezelf wilt verbeteren, zonder dat je een beter mens wilt worden, dan hoef je de komende dagen niet meer te komen volgens de Dalai Lama. Dus denk hier goed over na, is zijn boodschap.

Het is lunchtijd, de Dalai Lama gaat ‘naar huis’ en komt pas over drie dagen terug. De monniken nemen het over en vanmiddag is er nog een 1,5 durende gebedssessie. Ook morgen en overmorgen zullen de monniken de hele dag gebeden reciteren. En morgenmiddag is er een rituele dans. Ik pak mijn spullen en maak nog een leuk praatje met mijn nieuwe vriendin. Ze heeft gelukkig geen idee dat ze zich op gevaarlijk terrein heeft begeven, als ze veel eerder was gekomen, was ze zeker weggejaagd. Ik besluit om de komende dagen een ander plekje te zoeken en misschien wel gewoon tussen de Ladakhi. De gewone mensen zitten best een eind van de Dalai Lama vandaan, terwijl wij, buitenlanders, naast het podium zitten. Wij hebben een soort doek boven ons hoofd, wat ons beschermt tegen de zon, de ‘gewone gelovigen’ zitten gewoon in de open lucht. Ik vind het raar.

bij het verlaten van het Kalachakra terrein
Het is druk, erg druk. Iedereen loopt van het terrein vandaan en af en toe kom je geen centimeter vooruit. Het is warm, de zon is ondertussen flink gaan schijnen. Het probleem is dat er door de regen van vanochtend enorme grote plassen op de weg zijn ontstaan. Te groot en te diep om doorheen te lopen. Dit maakt dat er soms flink geduwd en getrokken wordt. De boodschap van de Dalai Lama is niet bij iedereen even goed blijven hangen.

pfff, erg druk bij het verlaten van het terrein
Thuis gekomen, krijgen we een lichte lunch van Dolpa. Dit hoeft ze helemaal niet te doen, maar wat een schat van een vrouw is het toch. Haar ouders komen ook net terug van de Kalachakra. Ook al van die lieve mensen, haar moeder is erg knuffelig en vindt het heerlijk om die westerse lijven te knuffelen en te strelen. Ik krijg altijd even een klopje op mijn buik en op mijn borsten. Ze doet hetzelfde bij Heike. En er loopt nog eenzelfde vrouwtje achter haar, maar die loopt veel slechter, is veel krommer en lijkt veel ouder. Ze heeft wel eenzelfde traditioneel hoofdstuk op. Het blijkt de schoonmoeder van Dolpa, 15 kinderen heeft ze grootgebracht. We noemen haar Miss Hurley, omdat ze een sweater aanheeft waar Hurley op staat. De drie oudjes duiken gelijk hun kamer in, ze zijn vast erg moe.

Daarna wordt het een komen en gaan van familie en kennissen. Iedereen die bij de Kalachakra is geweest, komt even buurten.  Het is een gezellige boel.

’s Middags begeef ik me nog een keer tussen de ontstane merchandise. Ze komen overal vandaan, ik spreek een man die kaarten verkoopt. Hij komt uit Rajastan en is met vier andere ondernemers met een vrachtwagen hierheen gekomen. Hij had altijd een restaurant, maar na 30 jaar is hij het zat, hij verhuurt zijn restaurant nu en probeert kaarten te verkopen tijdens de Kalachakra, voor hem nieuwe handel. Als ik hem vraag of op een bepaalde kaart de ‘wheel of life’ staat afgebeeld, kijkt hij me vragend aan. Hij weet het niet. Ik schiet in de lach en vraag hem of hij misschien Moslim is. Nee, Hindoe, antwoord hij lachend, ook goed, lach ik terug. Ik koop wat kaarten en stickers met de afbeelding van o.a. de groene tara met daarop ‘buddhism is great’.  Ik weet niet of ze zo bedoeld zijn, maar ik hou van dit soort Indiase humor.


gebedsvlaggen in alle soorten en maten!

En dan gaat het weer regenen. Ik loop langs iemand die paraplus verkoopt. Ik vraag hem wat een paraplu kost, 400 roepies zegt hij vrolijk. Ja, ja, nu het is gaan regenen is de prijs verdubbeld zeker. En inderdaad, hij ontkent het niet. Ik loop verder en hij roept me niet terug, er zijn waarschijnlijk genoeg mensen die wel de 400 roepies willen betalen. Even verder koop ik een veel grotere paraplu voor 300 roepies. Zal ook wel een regenprijsje zijn, maar het klinkt in ieder geval een stuk vrolijker.



Ik geniet van de mensen om me heen. Het is weer droog geworden en ik ga op de rand van de stoep zitten. Een man spreekt me aan. Hij komt uit Manali, 24 uur rijden hier vandaan. Met zijn vrouw en oude moeder is hij met een minibusje hier gekomen. De rest van de familie komt over een paar dagen, want het is erg duur om hier met zoveel mensen te zijn. Hij slaapt in een tent, er zijn overal een soort van tentenkampen opgezet. Zijn vrouw en moeder rusten nu in de tent. Hij zit wel vlakbij het Kalachakra-terrein, omdat zijn moeder slecht kan lopen. Ze betalen 500 roepies per nacht, dat is best duur voor de mensen hier!


Uiteindelijk ga ik terug naar huis waar ik weer een knuffel van oma krijg. Af en toe gooit ze er een Engels woord uit. We schieten dan allemaal in de lach, maar zelf lacht ze het hardst. Hoe zouden zij leven? Zo ver van hier in de vallei vlakbij Pakistan?


(O, en ik ben er ook achter waar de man van Dolpa is. Hij zit in het leger en heeft jaarlijks 3 maanden verlof, dan is hij thuis, verder niet. Maar af en toe komt hij even thuis thee drinken, zijn legerbasis is blijkbaar niet ver van hier. En het meisje dat hier ook woont heet Anita, zij is de dochter van een van de broers/zussen van Dolpa. Ze woont hier ver vandaan, maar gaat hier naar school, dus ze woont hier eigenlijk, ze gaat alleen in de vakanties naar huis.) 

Geen opmerkingen: