Na het ontbijt rekenen we de drankjes af van de afgelopen
twee dagen. We krijgen netjes een rekening, maar herkennen er twee dingen niet
op, zoveel hadden we toch niet gedronken? Of toch wel? We weten het niet meer.
Dan ziet Erik dat er kamer 108 op de rekening staat en wij zaten in kamer 101.
Aha, dat is dus het probleem. We roepen de ober en zeggen dat we de verkeerde
rekening gekregen hebben. ‘No problem’ zegt hij en hij loopt naar achteren.
Geen probleem? Juist wel! En echt, binnen 20 seconden is hij weer terug, met
hetzelfde rekeningetje. Van de 8 is een 1 gemaakt J, probleem is op z’n Indiaas opgelost,
glimlachend betalen we de gehele rekening.
We rijden naar Lamayuru, een werkelijk prachtige rit die
veelal de rivierbedding van de Indus volgt, soms laag bij het waterniveau, soms
erg hoog. De weg is meestal prima, alhoewel, op sommige plekken zijn er flinke
rotsblokken naar beneden gekomen, waardoor er een kleine (meestal erg stoffige)
omleiding gemaakt is.
De Indus is prachtig, ze heeft bijna blauw-wit melkachtig
water. Soms lijkt ze heel kalm, terwijl als je goed kijkt er een enorme
stroming is. Soms is ze erg wild, ze is dan op plekken zo ondiep dat ze haast
een kort lontje krijgt, zo gaat ze te keer. Buitengewoon prachtig. Vlakbij
Lamayuru verandert het landschap ineens, gele zandstenen formaties, golvende
formaties, zo anders dan wat we hiervoor zagen. Hier noemen ze het ‘maanland’.
Lamayuru is een ‘echt’
klooster, er wonen zo’n 100 monniken. Er zijn wandelpaden, een soort
gangenstelsel, kruip-door-sluip-door, trappetjes, hier kan je uren ronddwalen.
Er is veel bezoek, twee bussen uit Zanskar, een gebied ten zuiden van Leh.
Tenzin herkent de mensen en hun klederdracht, hij komt er zelf vandaan. De
mensen zijn vandaag op hun mooist. Er zijn ook veel monniken uit andere
kloosters op bezoek. Allemaal Kalachakra-gangers die de Kalachakra combineren
met sight-seeing.
het deel van het klooster waar de monniken wonen |
In de centrale hal van het klooster zit een monnik mantra’s
te prevelen. Af en toe gebruikt hij zijn handtrommeltje. Het is fijn om naar te
luisteren. Er waart hier een bijzondere energie. Op zo’n moment is het erg
jammer dat je aan zo’n strak schema vast zit, want ik had hier wel wat langer
willen blijven. Het is zoals het is. Als we weer buiten op een randje zitten na
te genieten, valt er een veertje voor me neer.
de toegang tot de centrale hal (waar je helaas geen foto's mag maken) |
de kamer van de 'beschermers' van het klooster |
Wanneer we buiten een rondje rond de gebedsmolens doen, komt
er een oud vrouwtje op ons afgelopen. Ze gaat naast Tenzin zitten om even uit
te puffen. Het is allemaal klimmen en klauteren, ook wij zijn regelmatig buiten
adem. Ze prevelt ‘om mani padme hum’ en draait tegelijkertijd aan haar gebedsmolen.
Tussendoor kletst ze met Tenzin. Ik vraag aan Tenzin of hij wil vragen of ik
een foto van haar mag maken. Het mag en ze gaat er zelfs helemaal voor zitten.
Ik maak wat foto’s en bedank haar. Als we weggaan, blijft Tenzin even hangen,
dat is niet gebruikelijk, normaal loopt hij voorop. Zou hij haar geld gegeven
hebben? Zou het? Als we veel later in de auto zitten, vraag ik het hem. Hij
begint te lachen, hij dacht dat ik het niet in de gaten zou hebben. Hij vertelt
me er niet mee te zitten, maar het maakt mijn foto van het oude krengetje
(sorry) toch ineens een stuk minder bijzonder.
Tenzin geeft ons uitleg over de ‘wheel of life’. Hij pakt er
zelfs een stoel bij om het ons goed aan te kunnen te wijzen. Hij excuseert zich
bijna voor het boeddhisme. Zoveel boeddha’s, zoveel symbolen, even zoveel
betekenissen, het duizelt niet alleen voor ons, maar soms ook zeker voor
Tenzin. Hij wil ons hier duidelijk maken dat de basis helemaal niet zo
ingewikkeld is en dat dat eigenlijk het belangrijkste is. Liefde, respect,
andere mensen helpen waar nodig, daar draait het volgens Tenzin om. Je kan wel
dagelijks naar het klooster gaan, daar bidden en alle boeddha’s kennen, maar als
je vervolgens geen glas water geeft aan een dorstige voorbijganger, heb je het volgens
hem niet begrepen. En volgens mij heeft hij daar de basis van alle religies te
pakken, al zal lang niet iedereen dat met me eens zijn.
’s Middags arriveren we in Tinmosgang, onze volgende
slaapplek. We hebben een heerlijk hotel, midden in het groen en het is prachtig
geschilderd, versierd, de entree heeft schitterend houtsnijwerk en onze kamer
is brandschoon. De lunch smaakt prima en de zelfgemaakte abrikozenjam is haast
goddelijk. In de tuin kunnen we heerlijk relaxen, even alle indrukken op ons in
laten werken.
We horen dat vannacht het hele hotel vol zat met monniken.
Zelfs het orakel van de Dalai Lama was hier. Ze zijn nog in het klooster
geweest (waar we later op de middag heen gaan) en het orakel heeft nog diverse
mensen gezegend en van advies voorzien. Poehee, zijn we daar dan toch gewoon
een dag te laat. Maar het zal wel zo moeten zijn, alles heeft een reden. De
monniken zijn weer door naar het klooster van Likir, waar de Dalai Lama
momenteel verblijft. Morgen geeft hij daar een teaching en Tenzin gaat
informeren hoe laat en waar we ons kunnen melden om hierbij aanwezig te kunnen
zijn!!
Later bezoeken we nog het paleis van Tinmosgang met het
kleine klooster. Dit klooster is een bedevaartsoord, jaarlijks komen mensen van
heinde en verre om te aanbidden. Het gaat hierbij allemaal om een klein beeldje
van Avalokitesvara. Het beeldje is wit en was ooit nat. Het beeldje zweette
altijd. Maar toen ooit een monnik dit niet kon geloven en hij met z’n vinger het
beeldje aanraakte om het te voelen, is het beeldje gestopt met zweten. Tja.
in het midden staat het kleine witte (voorheen natte) beeldje van Avalokitesvara |
Aan het eind van de middag lopen we een rondje door
Tinmosgang. We komen bij een groot aantal stoepa’s uit. Dit lijkt de
toegangsweg wel voor het klooster dat hier hoog op de berg staat. De stoepa’s
zijn in slechte staat, eigenlijk zijn ze gewoon niet mooi. Maar ja, als je ze
mooi zou maken is het juist ook weer niks. Gewoon zo laten dus. Van een afstand
zijn ze prachtig.
Ineens ruik ik iets van vroeger. Ik heb het al jaren niet
geroken en ik kan het niet plaatsen. Ik moet gelijk denken aan de gipsen
vormpjes die ik vroeger met mijn moeder en broertje maakte. Maar ik ruik geen
gips, misschien de verf, waarmee we de gipsen figuurtjes schilderden? Nee, ook
niet. Ik weet het niet. Het brengt me wel van mijn stuk, deze geur van vroeger
die zomaar opeens van tussen de stoepa’s lijkt te komen.
’s Avonds besluiten we te proberen om morgen bij de teaching
van de Dalai Lama in het Likir klooster aanwezig te zijn. Het is een uurtje
rijden vanaf hier. We kunnen niet direkt achterhalen hoe laat het begint, maar
in ieder geval vroeg in de ochtend. We zetten de wekker op 4.45 uur…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten