Ondanks dat het gisteren niet echt vroeg was, staan we vandaag
toch op tijd op. We weten dat opa en oma vanmorgen naar huis gebracht worden en
we willen ze graag uitzwaaien nemen. Erik staat nog onder de emmertjes-douche
als opa ineens zijn hoofd tussen de gordijntjes-deur steekt. Met gevouwen
handen gebaart hij dat ze weg gaan. Ik maak snel Heike wakker, dat had ze
gevraagd. Ook Erik komt snel uit de badkamer. De familie maakt er geen poespas
van, als het tijd is om te gaan, gaan ze. Geen uitgebreide knuffels met hun
dochter Dolka, geen tranen (terwijl ze elkaar helemaal niet zo vaak zien), het is gewoon zoals het is.
Claudia en ik lopen mee naar de straat waar de auto klaar
staat. Het is een hele trip voor de oudjes, 160 kilometer, zo’n 3 tot 4 uur rijden.
Jaren geleden, toen er nog geen weg was, kostte het opa 9 dagen om in Leh te
komen. Lopend. Onvoorstelbaar.
En daar gaan ze dan, oma knuffelt ons nog voor een laatste
keer, ik hou haar gevouwen handen vast en ze kust mijn handen, ik zal haar warme
hart niet snel vergeten.
En dan ontbijten we nog een laatste keer bij Dolka. Ze heeft
weer haar heerlijke ‘pancake’ gemaakt, zoals zij het noemt. Het is meer een ‘cake
in the pan’, zo dik als hij is. Maar hij smaakt heerlijk! Ze vertelt ons dat ze
elke dag belt met haar ouders. Als ze een of twee dagen niets hoort, maakt ze
zich zorgen. Zo herkenbaar en zo lief.
de 'cake in de pan' van Dolka |
Iedereen loopt vanmorgen een beetje met de ziel onder de
arm. De Kalachakra is voorbij en iedereen is ‘zijn doel’ een beetje kwijt. Er
hoeft nu even niets meer, er is geen programma vandaag, niemand hoeft ergens op
een bepaalde tijd te zijn. Dan komt de zoon van Dolka met een Iphone aan.
Gekregen van Laura, het is haar oude iphone en er staat ‘alleen maar’ muziek
op. Niet veel later zitten we te ontbijten met de redemption song van Bob
Marley.
Halverwege de ochtend komt de Ratna-auto om ons weer naar
Leh te brengen. Ik ben niet zo goed in afscheid nemen, zeker niet als ik moe
ben. Dus, net als oma, niet te veel poespas van maken en hup hup de auto in.
(Uiteraard bedanken we Dolka zeer uitgebreid voor al haar goede zorgen.) De zoon
van Dolka ziet zijn kans schoon en zit eigenlijk zomaar ineens tussen ons in op
de achterbank. Hij wil mee, maar Dolka vindt dat natuurlijk niet goed, hij is
amper 10 jaar oud. Na wat heen en weer gepraat heeft hij het toch voor elkaar,
hij mag mee. De chauffeur van de auto en bijrijder, zijn vrienden van de familie,
dus het mag. Maar onderweg klaart hij het om uitgezet te worden bij het huis
van een vriendje. Op z’n Zeeuws zouden we hem een ‘vaerreke’ noemen, wat een
ondeugd, hij had dit plan vast al klaar liggen toen hij wakker werd. Dolka
krijgt nog heel wat met hem te stellen…
In het voor ons bekende hotel Omasila in Leh, lijkt het wel
of we in het paradijs terecht zijn gekomen. Een ‘normale’ zit wc, geen stof en zand
wat overal tussen gaat zitten, zachte bedden, warm water uit de kraan, een
werkelijk schitterend uitzicht vanuit onze kamer … wat een bofferd zijn we
toch, zo’n luxe!
uitzicht vanuit onze hotelkamer, dit verveelt nooit! |
N.B. Morgen gaan we verder ‘op reis’. Eerst naar Nubra Valley, om
hier te komen moeten we de hoogst begaanbare pas ter wereld over (ruim 5.500m).
Daar hebben we drie nachten, dus kunnen we heerlijk uitrusten en de afgelopen
dagen op ons in laten werken. Daarna gaan we naar het Pangong meer. De grens
met Tibet loopt door dit meer. Hier zijn we twee nachten en er schijnt (buiten
het meer) verder niet veel te doen te zijn, dus kunnen we hier heerlijk naar
het water staren. Om daar te komen moeten we ook weer hoge passen over.
Bijzonder, we hebben er zin in om weer nieuwe dingen te zien!! (Zowel Nubra als
Pangong zitten verstoken van internet, dus even geduld met de nieuwe blogs,
deze volgen een weekje later.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten